Fonografie Muziek

SYDNEY OPERA

HET ACHTSTE WERELDWONDER: DE OPERA TE SYDNEY De duurste opera ter wereld staat in het land van de kangoeroes en werd door drie­dui­zend tandartsen ingewijd Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van het land?" Wanneer de opera intendanten van de hele wereld deze prestigevraag stellen en eerlijk beantwoorden, moet de baas van de opera in Sydney welhaast de meeste stemmen krijgen. Op  het kleinste en historisch gezien jongste continent beschikt hij niet alleen over het waar­schijnlijk mooiste, maar ook over het grootste operagebouw. Het is bovendien - en dat is een derde superlatief - de  vermoedelijk tot nu toe duurste muzentempel, die de mensen aan hun muziektheaterhobby hebben gewijd.Het "achtste wereldwonder" aan de haveningang van Sydney heeft de dertien miljoen inwoners van Australië destijds het respectabele bedrag van 450 miljoen gulden gekost. Een bedrag, dat grotendeels met behulp van een loterij werd opgebracht.Oorspronkelijk mikte men op iets van bescheidener omvang toen in 1957 onder de 232 deelnemers uit 30 landen de Deense architect Jorn Utzon met een eigenzinnig-geniaal ontwerp de competitie won. Men vond 45 miljoen wel genoeg voor dat wonderding, dat als tiara moest dienen voor het continent, dat zijn tweehonderdjarig bestaan vierde.Wie verbaast zich, dat bij een dergelijk groot verschil tussen de kostenprognose en de eindafrekening vijftien bouwjaren verstreken eer deze Australische droom werkelijkheid werd? Die droom veroorzaakte terloops ook nog de val van een regering.Blijkbaar had men in een land, dat nooit bijzonder uitblonk op cultuurgebied en dat in de moderne tijdrekening ooit begon als vestigingsplaats van Britse gevangenen veel over voor een eigen culturele inbreng, die op haast autobiografische manier overal ter wereld de aandacht trok. Maar voor menige veeboer en fabrikant van vleesconserven werd toen wel een grens overschreden. Het ging tenslotte niet om het promoten van autoch­tone windsurfers, medailles veroverende zwemkampioenen, Rugbyploegen of de pop­groep Bee Gees, maar om een superding, waarvoor waarschijnlijk alleen ingebeelde opscheppers of tenminste de nouveau riche kliek warm leek te lopen.Als een natie van immigranten, die in de regel hun bibliotheek of piano in het vaderland achterlieten, speelden de Australiërs tot voor kort nauwelijks een rol van betekenis op operagebied. Wanneer we tenminste bereid zijn om even af te zien van de meer in Engeland triomfen vierende tegenwoordige prima-donna assoluta Joan Sutherland en haar onvergetelijke vroegere collega Nelli Melba, wier nagedachtenis vooral levend wordt gehouden op de betere menukaarten met een dessert, dat bestaat uit perzik, vanille-ijs en frambozen marmelade.Weliswaar waren alle conflicten, intriges en crises vergeten, toen 20 oktober 1973 koningin Elizabeth met 15.000 eregasten bij stralend voorjaarsweer het Sydney Opera House openstelde voor zijn eigenlijke doel nadat er twee maanden eerder al een heel prozaïsch congres over cariësproblemen voor drieduizend tandartsen had plaatsgevon­den.Heel Sydney was toen op zijn vijf miljoen benen, nam deel aan strandconcerten en volksvermaak, genoot van volksdansen van de Stille Zuidzee eilanden en liet zich overweldigen door nationale gevoelens toen 100.000 bonte luchtballons onder de klanken van het volkslied het letterlijk hemelsblauwe zwerk kozen. Op zijn laatst bij deze gelegenheid werd duidelijk, wat de Sydney Opera onderscheidde van alle operatheaters ter wereld, namelijk dat het hier allerminst ging om een elitaire ariatempel, doch om een cultuurcentrum in de waarste betekenis van het woord.Want de conceptionele wijzigingen, die men gedurende de veertienjarige bouwperiode doorvoerde, hebben geloond. In plaats van de oorspronkelijk bedoelde, alle dimensies te boven gaande opera- en concertzaal, ontstond een van het grootste orgel ter wereld voorziene muziekzaal, een ware muziekkathedraal, die zoals dat blijkbaar hoort, werd inge­wijd met Beet­ho­vens Negende symfonie - een waar havenconcert met allure. Daarop aanslui­tend is daar het eigenlijke operatheater met 1.500 plaatsen, die ruim voldoende plaats bieden aan de liefhebbers. Verder beschikt het grote gebouw nog over een toneelzaal, een experimen­teel theater, een mammoet bioscoop en talrijke congres- en vergaderza­len.Dat er voor zo'n omvangrijk cultuurcomplex geen enkele parkeermogelijkheid is, was en is voor de Australiër geen enkel probleem. Gesteld op frisse lucht beweegt hij zich te voet door de gezonde, nog niet door uitlaatgassen verpeste lucht, die hier naar het middelpunt van een droomdecor leidt. Het dichtstbijzijnde Underground- en busstation is slechts tien minuten verwijderd en zelfs met de stedelijke bootdiensten is het gebouw makkelijk bereikbaar.Met toegangsprijzen tussen de twintig en vijfenzeventig gulden haalt men de opera-m­innaars niet het vel over de oren; 65-plussers en studenten krijgen korting en kinderen tot 15 jaar betalen slechts de helft van de prijs. Zelfs bij premières.  Toch is juist bij die operazaal niet alles rozegeur en maneschijn. Het op te voeren repertoire wordt beperkt door de beschikbare ruimte, die naar Europese maatstaven gerekend nogal bescheiden is. Hoogstens 75 musici passen in de krappe orkestbak en het toneeloppervlak is zo klein, dat in scènes, waarin veel "volk" op de been is, de koorleden en figuranten vrijwel op elkaars tenen moeten lopen.Aan gigantische massataferelen in de geest van Richard Wagner valt in het mooiste en grootste operagebouw van de wereld dus even weinig te denken als aan een in over­dadige Verona- of Hollywoodstijl uitgedoste Aida enscenering. In plaats daarvan bood men in het seizoen 1980/81 - het moment van onze bestandsopname - dat van oktober tot maart duurt, maar eigenlijk ook in de zomer doorloopt, Rossini's Barbier van Sevil­la, Aubers Fra Diavolo en Moessorgsky's Boris Godoenov. Alles lichtelijk ver­vreemd in het Engels helaas. The rape of Lucretia en Midsummer Night's Dream, twee werken van Benjamin Britten, onderstrepen de band met het Commonwealth.Hoogtepunten in het seizoen vormen de jaarlijkse optredens van Joan Sutherland. De non-plus-ultra Dame van de fraaie zangkunst kan hier worden gezien en gehoord voor de helft van de prijs, die operaliefhebbers in Londen, New York of Parijs moeten beta­len. Omdat ze temidden van veel operagasten opdraaft, treedt ze meestal in de Con­certzaal op. In februari 1981 was dat bijvoorbeeld zes keer in Verdi's Otello. Geheel in stijl met zo'n feestelijke gebeurtenis werd het werk toen in Sydney in het oorspronkelij­ke Italiaans gezongen.Om toeristen te behagen en van dergelijke happenings getuige te laten zijn, biedt de Sydney Opera zelfs een welhaast uniek arrangement aan voor prijzen, die vanaf onge­veer zeven­tig gulden oplopen. Dat arrangement behelst een privé rondleiding door het hele gebouwencomplex, een galadiner en het bijwonen van een voorstelling naar keuze.Boekingen kunnen gebeuren via de "Tourism Marketing Section Opera House, G.P.P. Box 4274, Sydney 2001 (tel. 612-20588) of eventueel via een Australisch Toerisme bureau.