Fonografie Muziek

LISZTCONCOURS VERLIEST GLANS

LISZTCONCOURS 2005 ZONDER GLANS 

Het zevende Lisztconcours dat begin april in Utrechts Vredenburg werd gehouden zit er weer op en in alle rust kan er vanuit het gezichtspunt van een outsider-waarnemer, bang voor een overdosis, die geen pianofreak is en ook geen Lisztbewonderaar door dik en dun op worden teruggekeken in de vorm van wat bondige persoonlijke conclusies.

- Hoewel tijdens het publieke vragenuurtje Meet the press niet werd ingegaan op de vraag: ‘Heeft de ervaren internationale jury een oordeel over het niveau van de kandidaten in het algemeen? Is dat door de jaren heen gelijkblijvend, stijgt het of daalt het juist?’ leerde de ervaring hier dat het in het beste geval gelijk is gebleven. Zulks in tegenstelling tot wat juryvoorzitter Van den Heuvel op de slotavond zei (het zou hoger zijn geworden). De afwezigheid van een topper, zoals dat indertijd vanaf de eerste voorronde met Pace (1989), Roma (1996) en Li (2001) het geval was, bleek evident en net als de vorige keer met de lichtelijk autistische Dubé als winnaar bleek de juryvoorkeur eigenlijk bij gebrek aan beter uit te gaan naar de wat onbestemde, vrij onpersoonlijke, maar heel degelijke en evenwichtige, niet erg hartveroverende Chinees Sun (1980), gevolgd door de rhetorischer Rus Salnikov (1979) met zijn podiumattitude als kruising tussen de jonge Liszt, de oude Brahms en Raspoetin; eigenlijk was hij opener richting publiek. Een publiek dat dit inderdaad waardeerde met de toekenning van de publieksprijs.

- De 19-jarige Christiaan Kuyvenhoven uit Enschede zij de derde prijs van harte gegund, maar het is een raadsel op welke gronden – behalve chauvinistische en ‘wel interessante, pretentieloze optreden’ - hij tot de finale doordrong. In de eerste voorronde waren best beter gekwalificeerde lieden er om eveneens onverklaarbare redenen al uitgevlogen.

- Dat recidivisten als de Russische Sofya Guliak en de Hongaar József Balog die ook aan de vorige editie deelnamen weer niet verder kwamen dan de halve finale en nauwelijks of geen progressie vertoonden, is ook een veeg teken over dat niveau.

- Gelukkig waren er ook jonge, leuke, sportieve verschijningen die het vooral ging om ervaring opdoen en die verder de Olympische gedachte koesterden: de Amsterdamse Rosamaria Latifi (16 pas) en de Belgische Fleur Claesen (leerlinge van Wibi Soerjadi) en na veertig minuten klaar waren. Latifi stroopte naarmate de muziek heviger werd haar mouwen verder op. Best verdiend ook bereikte de spontane andere bakvis Zuo Zhang (1988) de halve finales en kreeg ze de aanmoedigingsprijs.

- De winnaar is overigens niet echt  te benijden. Nog het lopende jaar wachten hem zo’n veertig concertengagementen zonder en met orkest tot diep in de Nederlandse provincies en een paar cd opnamen. Genoeg voor een jonge kunstenaar om meteen op te branden onder het Lisztgewicht.

- Het is altijd grappig in de wandelgangen de vaak heel controversiële meningen te horen en ongelooflijke statements – ‘Iemand van achttien kan nooit Mazeppa spelen’ – op te vangen. En vooropgezette meningen, rare vergelijkingen. Kenner und Liebhaber hebben het lang niet altijd makkelijk.

- In de jury was terecht met het vele aanstormende Aziatische talent een plaats ingeruimd van een Chinees en een Japans lid. Nederland was ook weer met één lid – Albert Brussee – vertegenwoordigd. Misschien wel de aardigste van het stel was de Pools/Canadese Janina Fialkowska die op de vraag of ze iets bijzonders met Liszt had antwoordde: “Als ik ooit in de hemel kom, wil ik natuurlijk graag alle groten ontmoeten, maar ik hoop daarnaast ook op een dinertje met Liszt”.

- 48 kanditaten uit 21 landen bonden de onderlinge strijd aan, waarbij China (11), Japan en Rusland (beide 7) de sterkste vertegenwoordiging hadden. Dat gevoegd bij een Indonesische, een Thaise en twee Koreaanse deelnemers, illustreert de Aziatische dominantie die de komende jaren alleen maar groter zal worden.

- Voor zover dat zonder blikken achter de schermen te kunnen werpen mogelijk was, leek de organisatie soepel te verlopen. Alleen in de richting van het publiek waren wat nodeloos barrières opgeworpen. Sponsoring is onvermijdelijk en noodzakelijk om zo’n concours mogelijk te maken maar het legt wel beslag op veel plaatsen in de zaal. Dat om uit de kosten te komen entreeprijzen voor alle sessies werden geheven, is geen bezwaar. Alleen gooide het systeem van de passe-partouts roet in het eten. Het leek daardoor of veel sessies uitverkocht waren, terwijl de zaal dan nog niet eens half vol zat, maar mensen die losse kaarten wensten wel de dampen werd aangedaan.

- Irritant was ook de inschakeling van presentatoren bij de halve finales en de finale. Alsof het auditorium bestond uit dom klapvee bij een TV show werd op al bekende gegevens en flauwe onbenulligheden getrakteerd. Liever niet meer dus.

- Eventueel aanwezige talent scouts zijn vermoedelijk met lege handen naar huis gegaan: dit Lisztconcours maakte namelijk geen sterke indruk.

- Triest eigenlijk dat al die mensen die van meet af aan het concours hebben gevolgd niet bij de finale konden zijn omdat alle plaatsten waren gereserveerd voor officials, pers, sponsors, bobo’s en verdere genodigden.

- Eindoordeel: moedig zou zijn geweest wanneer de jury ditmaal eens geen eerste prijs had toegekend, de tweede aan Salnikov had gegeven en eventueel (???) de derde aan Sun Yingdi hoewel er al in de voorronden veelbelovender lieden waren. Dan was Kuyvenhoven terecht buiten de boot gevallen.