Fonografie Muziek

DIDO EN HAAR MUZIKALE GEVOLGEN

DIDO EN HAAR MUZIKALE GEVOLGEN

 

Koningin Dido van Tyrus, later stichtster van Carthago, is een (mythische) hoofdfiguur uit de Aeneis van Vergilius.

 

Het verhaal

 

Dido, de bijnaam van de Fenisische prinses Elissa uit Tyrus, vluchtte met een aantal vertrouwelingen en haar schatten op een moeilijke oversteek naar Noord Afrika nadat haar broer Pygmalion, de koning van Tyrus, haar rijke echtgenoot Sychaeus uit hebzucht had laten vermoorden.

Volgens de sage kocht ze daar van de Numidische koning Jarbas (Hiarbas) een stuk grond, zo groot als dat het met een runderhuid kon worden bespannen. Ze liet zo’n huid in zeer smalle repen snijden, legde deze achter elkaar en omspande zo een groot terrein. Daarop verrees de burcht Byrsy (= huid) als basis van het door haar gestichte Carthago.

Jarbas was gecharmeerd van Dido’s uiterlijk en haar slimheid; toen hij haar een aanzoek deed, weigerde ze beleefd. Ze was ten slotte weduwe en wilde haar overleden echtgenoot trouw blijven.

Vervolgens werd ze door toedoen van Juno en Venus verliefd op Aeneas die uit Troje was gevlucht. Tijdens een jachtpartij werden ze overvallen door een stortregen die hen dwong om samen in een grot te gaan schuilen. Daar wisselden ze hun eerste kus uit.

Hoewel Aeneas veel van Dido hield, kwam Mercurius, opnieuw onder aandringen van goden, naar Aeneas en droeg hem op te vertrekken. Aeneas ging daarop naar Latium in Italië.

Dido pleegde tenslotte vrijwillig zelfmoord en stapte na zichzelf te hebben neergestoken op een brandstapel om het huwelijksaanzoek van Jarbas te ontgaan, of – volgens Vergilius – uit wanhoop over de ontrouw van Aeneas.

Vooral in de zeventiende eeuw was deze dramatische geschiedenis aanleing tot de nodige opera’s. Benedetto Marcello wijdde er een cantate aan.    De muziek van Haydns marionettenopera Dido H. XXIXa:3 is helaas verloren gegaan

De meeste opera’s die aan het lot van Dido zijn gewijd, zijn teruggaand tot Vergilius, gebaseerd op Metatasio’s Didone abbandonata uit 1723. Een aantal hiervan is in de rubriek CD Recensies besproken. Daarbij gaat het om de volgende werken:

 

Discografie

 

1641. Cavalli: Didone. Claron McFadden, Magnus Staveland, Jordi Domènech, Manuela Custer, Marina de Liso met Europa Galante o.l.v. Fabio Biondi. Dynamic CDS 537/1-2 (2 cd’s, 2u. 20’53”). 2006 

 

1641. Cavalli: Didone. Yvonne Kenny, Laurence Dale,   Judith     Howarth met het Balthasar Neumann Ensemble o.l.v. Thomas Hengelbrock. Duitse Harmonia Mundi DHM 05472-77354-2 (2 cd’s, 2u. 22’01”). 1997

 

1641. Busenello: Didone. Nog niet opgenomen.

 

1689. Purcell: Dido and Aeneas. Susan Graham, Ian Bostridge, Camilla Tilling, European Voices en Concert d’Astrée o.l.v. Emmanuelle Haïm. Virgin 545.604-2 (52’36”). 2003

 

1696. Scarlatti, A.: La Didone delirante (gedeelten). Stéphany d’Oustrac met Amarillis o.l.v. Violaine Cochard. Ambronay AMY 027 (64’03”). 2010

 

1706? Faggioli: Cantate Didone abbandonata da Enea. Stéphanie d’Oustrac met Amarillis o.l.v. Violaine Cochard. Ambronay AMY 027 ((64’03”). 2010

 

1707. Graupner: Dido, Königin von Carthago. Gedeelten. Les idées heureuses o.l.v. Geviève Soly. Analekta 22014 (74’01”). 2007

 

ca. 1730. B. Marcello: Dalle Troiane all’Africane (Didone). Cantate voor sopraan en continuo. Maria Dragoni met het Omroeporkest München o.l.v. Gustav Kuhn. Orfeo C 261921 A (13’20”). 1991 

 

1742. Hasse: Didone abbandonata. Theresa Holzhauser, Flavio Ferri-Benedett, Valer Barna-Sabadus met de Hofkapel München o.l.v. Michael Hofstetter. Naxos 8.660323/5 (3 cd's, 2u. 42'53"). 2011

 

1746. Jommelli: Didone abbandonata. Dorothea Röschmann, Martina Borst, William Kendall, Mechtild Bach, Arno Raunig met het Stuttgarts kamerorkest o.l.v. Frieder Bernius. Orfeo C 381-953 F (3 cd’s, 2u. 48’46”). 1994

 

1783. Piccinini: ‘Non, ce n’est plus pour moi’ uit Didon. Véronique Gens met Les talens lyriques o.l.v. Christophe Rousset. Virgin 216.574-2 (67’). 2008

 

1863. Berlioz: Les Troyens. Michelle deYoung, Ben Heppner, Petra Lang, Sara Mingardo, Peter Mattei,, Kenneth Tarver e.a. met het Londens Symfonie orkest en –koor o.l.v. Colin Davis. LSO Live LSO 0010 (4 cd’s, 3u. 58’55”). 2000