Fonografie Muziek

BOURGEOIS GENTILHOMME (LULLY)

BOURGEOIS GENTILHOMME, LE  VAN JEAN-BAPTISTE LULLY (1632 – 1687)

 

Henry James zei ooit: ‘Chambord is met recht koninklijk in omvang, grandeur en onverschilligheid jegens algemene opvattingen’. Het geesteskind van de pas 25-jarige François I was aanvankelijk slechts een jachtslot in het Fôret de Boulogne. In 1519 werd het oorspronkelijke gebouw afgebroken en werd Chambord gebouwd, waarschijnlijk gebaseerd op een ontwerp van Leonardo da Vinci. In 1519 voltooiden 1800 werklieden en twee bouwmeesters de donjon met zijn torens en terrassen. Het jaar daarop begon François I aan de bouw van een koninklijk paviljoen op de noordoostvleugel. Zijn zoon Henri II voegde de westvleugel toe en zonnekoning Louis XIV voltooide het uit 440 kamers bestaande bouwwerk in 1685.

Een bezoek aan de kastelen in de Loirevallei stimuleert de fantasie van de kunstgevoelige danig. Voor zijn geestesoog spelen zich dan bijvoorbeeld de ‘Réjouissances royales’, prachtige feesten af. Bijvoorbeeld toen in 1669 daar – en niet in Versailles – Le bourgeois gentilhomme van Molière met muziek van Lully in première ging. Louis XIV had in de herfst van dat jaar namelijk besloten op het slot door te brengen, ditmaal niet primair voor de jacht, maar om zijn gasten en vrienden een overdadig divertissement aan te bieden.

Toneelschrijver/librettist Molière en componist Lully werkten al jaren samen aan theaterproducties voor het Franse hof en dit multidisciplinaire spektakel voor acteurs, musici en dansers was een van de grote successen van het duo.

Het libretto behandelt de opkomst en ondergang van Monsieur Jourdain, rijk geworden in de stoffenhandel en nu met de hulp van een dans-, een muziek- en schermmeester plus een filosoof bezig aan een sociale inhaalslag. Zijn huishouden bekijkt zijn capriolen aanvankelijk met gemengde gevoelens, maar komt in actie wanneer zijn ambities ook hun levens gaan verstoren. Een zogenaamde Turkse Muphti speelt een gewichtige rol in de dolkomische verwikkelingen die dan volgen en dat is niet in de laatste plaats te danken aan de koning die nog een appeltje te schillen had met de Turkse gezant Suleiman Ali met de Chevalier d’Arvieux (die zichzelf ook Arvioux noemde) als tolk, maar mogelijk ook als deelnemer aan het project in een bijrol. Hij bericht daarover:

“De koning die net de Turkse groep in Parijs in actie had gezien vond het een goed idee om een ballet te vertonen waarin deze een rol speelde. Hij gaf mij de opdracht om me bij Messrs Molière en Luly te voegen om een toneelstuk te maken waarin we iets van de klederdrachten en de manieren van de Turken konden introduceren. Tot dat doel ging ik naar het dorp Auteuil waar M. Molière een mooi huis bezat. Daar werkten we samen aan het stuk. Ik had de leiding over alles wat met de Turkse inbreng te maken had’.Het zichtbaar en klinkend resultaat leent zich natuurlijk volmaakt voor een goede muziekfilm (en dus voor een mooie dvd-v opname). Bij gebrek daaraan moeten we ons voorlopig maar behelpen met gewone cd’s. Bijvoorbeeld met de ‘live’ opname van het muzikale aandeel van Lully’s toneelmuziek plus de cruciale gesproken dialooggedeelten uit het toneelstuk van Molière met toneeleffecten (en publieksreacties) zoals dat tot leven kwam in een opvoering door het ensemble van La simphonie du Marais o.l.v. Hugo Reyne in de Opéra royal te Versailles in november 2001. Het geheel beslaat twee cd’s.Een proloog opent de handeling, een Ballet des nations met solo- en ensemble bijdragen in het Spaans (begeleid door gitaar en castagnetten), Italiaans (met violen) en Frans (met fluiten). Het hoogtepunt van dat ballet wordt gevormd door het derde bandje, een massascène met lieden van heel verschillende herkomst getuige de zeer diverse Franse accenten. Dat is een voorproefje van wat later volgt wanneer de bekakte stemmen van de bedienden in schep contrast staan met de  kruiperige uitingen van hun baas, M. Jourdain en de absurde  monosyllabische onzin van de pseudo Turken in de loop van de verheffing in de adelstand van de bourgeois gentilhomme (‘ioc’ wordt bijvoorbeeld vertaald als ‘non’).In muzikaal opzicht is er menige aantrekkelijke bijdrage van de vocale solisten en ook het orkest speelt zijn rol met verve. Een hoogtepunt is de tamelijk melancholieke ‘Air pour la sérénade’ van sopraan Françoise Masset. Samen met François-Nicolas Geslot en Jean-Louis Georgel karakteriseert ze fraai de door muziek uitgedrukte passies (cd 1, bandje 23 en 26). Het orkest voegt zich bij het zangtrio om dit tafereel te eindigen (eerste akte, tweede tafereel) met een kostelijke passacaille-achtige ‘Ritournelle’ (bandje 30) die herinnert aan de grootse finales van Lully’s latere tragédies lyriques.De hilarische ‘Cérémonie turque’ waarmee het werk eindigt is een ander hoogtepunt. In de loop van de bekende ‘Marche’ (cd 2, bandje 12) die teer begint in de strijkers, bouwt Hugo Reyne het klankweefsel fraai uit en maakt hij de Ottomaanse invloeden met de geleidelijke introductie van blazers, tamboerijn, klokken en tenslotte een eenvoudige blokfluit mooi duidelijk.Natuurlijk is niet alles even perfect. In het begeleidende boekje ontbreken helaas de gesproken teksten. De teksten die Lully op muziek zette zijn ook alleen in het Frans aangegeven. De Spaanse aria uit het ballet ligt duidelijk wat te hoog voor altus Bruno Boterf en de inbreng van Hugo Reyne zelf als muziekstudent is gebrekkig, waarschijnlijk omdat hij vanaf zijn plaats in het orkest zingt. Maar aan het eind van de tweede cd blijft de positieve reactie dat men een kostelijke avond muziektheater beleefde.

De eerder op twee EMI lp’s (157-99724/5) verschenen uitgave van het comédie-ballet zonder Molière zonder extra’s van Molière van Gustav Leonhardt is door Harmonia Mundi heruitgegeven. Minkowski en Savall dirigeren suites uit het stuk.

 

Festival Oude Muziek Utrecht

Le bourgeois gentilhomme. Le poème harmonique o.l.v. Vincent Dumestre en Musica Florea o.l.v. Marek Stryncl. Stadsschouwburg, 27, 28 augustus 20:00. 

CD opnamen

Le bourgeois gentilhomme. Françoise Masset, Julie Hassler, Renaud Tripathi, François-Nicolas Geslot, Bruno Boterf, Yves Coudray, Jean-Louis Georgel en Philippe Roche met La symphonie du Marais o.l.v. Hugo Reyne. Accord 472.512-2 (2 cd’s, 74’31” en 32’17”).Le bourgeois gentilhomme. Rachel Yakar, René Jacobs,Sigmund Nimsgern e.a. met La petite bande o.l.v. Gustav Leonhardt. Harmonia Mundi GD 77059 (2 cd’s).Suite uit Le bourgeois gentilhomme. Les musiciens du Louvre o.l.v. Marc Minkowski.     4509-92404-2.

Suite uit Le bourgeois gentilhomme. Le concert des nations o.l.v. Jordi Savall. Alia Vox AV 9807.