Fonografie Techniek

FORMATEN VOOR DIGITALE MUZIEKOPSLAG

FORMATEN VOOR DIGITALE MUZIEKOPSLAG

 

Bij de cd is het in wezen doodeenvoudig: dankzij het Rode Boekje met normafspraken is er een eenduidige standaard, een enkel formaat dat met succes op elke willekeurige cd speler kan worden afgespeeld. Maar probeer muziek op te slaan in de computer, op de harde schijf of willekeurig welke geheugenstick door muziek te downloaden en er doemt een wereld op van verschillende, soms niet compatibele formaten, systemen, codes, bitrates en filenamen.

Op de standaard cd is ieder spoor opgeslagen als een “.cda” (cd audio) bestand, maar dat wordt een “.WAV” wanneer men het onveranderd in een door Windows gedreven computer opslaat of in een “.aiff” op een door Apple OS gedreven apparaat. Hetzelfde bestand in drie vormen

Verder zijn er twee types van wat audio datareductie of bitratereductie heet. Bij deze compressie wordt een deel van de data die worden gebruikt bij het vastleggen van muziek weggelaten op grond van bekende psycho-akoestische principes. Hierbij geldt: hoe lager de bitrate, des te meer wordt geëlimineerd. Om de gedachten te bepalen: de gewone cd draait met ongeveer 1,4Mbps en om zelfs tot de hoogst oplossende MP3 wereld bij 320kbps door te dringen, moet dus erg veel materiaal worden ‘weggegooid’. Nog erger is het natuurlijk wanneer men een stuk verder, tot 192kbps of zelfs 128kbps teruggaat: dan blijft slechts een fractie van het oorspronkelijke materiaal over. Dat verlies is duidelijk hoorbaar.

Hoewel MP3 de algemeen geldende term is voor datagereduceerde muziek en de apparatuur die nodig is om deze weer te geven op een dominant gangbare Apple iPod, zijn er in wezen nog meer codes en vormen om gecomprimeerde muziekbestanden te verwerken. Windows Media Audio kent zijn eigen versies maar er zijn nog meer systemen zoals Advanced Audio Coding (AAC) dat op MP3 is gebaseerd, maar dat een per gekozen bitrate toch wat beter hoorbaar resultaat oplevert. Daarnaast bestaat Ogg Vorbis dat ongeveer dezelfde kenmerken heeft en vooral populair is bij degenen die een ongezonde belangstelling hebben voor het experimenteren met diverse data formaten.

Bij het comprimeren van data bestaan bij MP3 een reeks opties; iTunes van Apple biedt de keuze tussen drie kwaliteiten. Om te beginnen de laagste twee standen met datarates tussen de erg lage 16kb/s tot de wat betere 320kb/s. Leuk misschien voor een middelmatige speler met een slechte hoofdtelefoon onderweg op de fiets. Maar wie kwaliteitsbewust is kiest liever voor ‘Apple Lossless” dat net als Microsofts Windows Media Audio Lossless en Free Lossless Audio Codec (FLAC) op een eigen manier met datareductie omgaat, namelijk meer in de geest waarmee computerbestanden aan een zip procedure worden onderworpen. Op deze manier worden alle wezenlijke data behouden, maar worden ze alleen in compactere vorm opgeslagen. Ze kunnen simpel worden “ge-unzipt”.

Verliesloze bestanden zijn een stuk groter dan hun met verlies opgeslagen dito’s, maar behelzen slechts 50 à 60% van de afmetingen van de oorspronkelijke WAV of AIFF files. Belangrijk is natuurlijk dat ze wanneer ze weer zijn uitgepakt identiek, dus met dezelfde kwaliteit als het origineel klinken. Aangenomen tenminste dat de encoder goed functioneert.

Apple Lossless is voorlopig het beste dat Apple te bieden heeft. FLAC is een vrijwel even goed alternatief. Wie echt wil genieten van goede muziek moet bij MP3 liefst vasthouden aan 320kbps om zichzelf niet tekort te doen.

Zonder in audiofiele hoogstandjes verzeild te raken, zijn er twee stromingen. De eerste houdt in dat verliesloze opslag kwalitatief altijd beter is dan MP3 en de andere met verlies werkende formaten. En ten tweede dat verliesloze opslag even mooi klinkt als de oorspronkelijke cd.

Op grond hiervan moet ieder maar voor zichzelf op basis van de persoonlijk gewenste kwaliteit bepalen wat voor hem/haar het beste is.