Mini Vergelijkingen

TCHAIKOVSKY: SYMFONIEEN NR. 1-3

TCHAIKOVSKY: SYMFONIEëN NR. 1-3

 

Vergeleken met zijn laatste drie symfonieën leiden de eerste drie van Tschaikovsky ten onrechte een Assepoesterbestaan. En als ze dan al worden uitgevoerd, lijken de meeste dirigenten niet los te komen van die latere, gepassioneerder en dramatischer werken.

Tschaikovsky beschouwde de symfonie als een vorm waarin hij zijn diepste gedachten en gevoelens kon neerleggen en dus vormen zijn zeven symfonieën een emotionele grafiek van zijn leven. Vanaf de betrekkelijke kalmte van zijn eerste symfonie tot de wanhoop van zijn laatste. Deze werken zijn op hun manier alle onthullend, maar ze zijn niet alle even geweldig. Het eerste drietal zit vol met Tschaikovsky’s aantrekkelijke melodiek, maar daartussen komen ook slappe episoden voor zoals men die in het laatste drietal niet tegenkomt.

De jeugdwerken zijn dus nog relatief optimistisch en staan dichter bij Tschaikovsky’s balletwereld. Een heldere, lenige en directe aanpak is van voordeel om het frisse karakter met alle inherente charme en noblesse goed te laten uitkomen. De muziek spreekt namelijk uitstekend voor zichzelf en de bijnamen – Winterdagdromen van de 1e met delen als ‘Dromen van een winterreis’ en ‘Land van verlatenheid, land van de mist’ c.q. de Klein-Russische 2e en De  Poolse 3e  op basis van de finale ‘tempo di polacca’ - kunnen rustig met een korrel zout worden genomen.

De meeste uitvoeringen zijn alleen in complete sets van 4, 5 of 6 cd’s al of niet met de Manfred verkrijgbaar: van Haitink (Philips 442.061-2), Karajan (DG 429.675-2), Svetlanov (Melodia 74321-17101-2), Pletnev (DG 449.967-2) en Jansons (Chandos CHAN 8672/8).

Maar als het om het bewuste drietal gaat, begint de opnamegeschiedenis met Markevitch (Philips 446.148-2) en Dorati (Mercury 434.391-2) op een dubbel cd. Dorati gaat weloverwogen en heel persoonlijk te werk en de resultaten klinken verfrissend. Hij is feller dan Markevitch die lichtvoetiger is en de verwantschap met balletmuziek onderstreept. Dan is daar de enerzijds vrij nuchtere, anderzijds gloeiend hete Svetlanov (Melodia 74321-34163-2) met een echt alternatieve opvatting. Na hen kwam de nog steeds in alle belichte aspecten onovertroffen Jansons (Chandos CHAN 8402, 8460 en 8463) die tenslotte onbetwist winnaar wordt.