Mini Vergelijkingen

SCHUBERT: DE 8 IMPROMPTU'S

SCHUBERT: DE 8 IMPROMPTU’S

 

Hoewel hij een competente pianist was, poseerde Schubert nooit als een concertvirtuoos die het grote publiek wilde imponeren met grootschalige bravourwerken. Het soort muziek maken dat hem het dierbaarst was, speelde zich af in de intieme sfeer van informele bijeenkomsten bij muziekvrienden thuis. Ze werden bekend als Schubertiades. Om in die behoefte te voorzien schreef hij een groot aantal miniaturen – waaronder de acht Impromptu’s, weliswaar grootschalige miniaturen – dat vlot uit zijn pen vloeide. Stukken die weer duidelijk een vocale inslag hebben. Schubert voelde dat zelf goed aan toen hij zijn vader schreef: “de mensen verzekerden me dat de toetsen zingende stemmen werden onder mijn handen”. Inderdaad wordt dat heel duidelijk in de beide reeksen van vier Impromptu’s. Verder gaat het om schijnbaar heel spontane, persoonlijke uitingen die in de beste uitvoeringen ook een haast geïmproviseerd karakter krijgen. Die onvoorspelbaarheid wordt natuurlijk ook door de titel gesuggereerd.

De tweede reeks van vier is wel beschouwd als een onsamenhangende sonate. Niet in conventionele zin, al valt een zekere samenhang der delen niet te ontkennen. Centraal staat een derde, scherzo-achtige stoere episode. In geen ander van zijn pianowerken staat Schubert zo dicht bij Chopin, Schumann en Liszt.

Waar heel wat van zijn werken niet tijdens zijn leven werden gepubliceerd, smaakte hij het genoegen dat deze Impromptu’s een jaar voor zijn dood in druk verschenen. Hun populariteit is nooit verminderd. Ook een blik in de cd catalogussen maakt dat duidelijk.

Welke opnamen strijden om de voorrang? Zeker die van Pires (DG 457.550-2), Perahia (Sony 37291), Schiff (Decca 458.139-2), Lupu (Decca 460.975-2), Gavrilov (DG 435.788-2), Zimerman (DG 423.612-2) en voor wie niets tegen monogeluid heeft Kempff (DG 459.412-2).