Mini Vergelijkingen

RACHMANINOV: SYMFONICHE DANSEN

RACHMANINOV: SYMFONISCHE DANSEN

 

Eugene Ormandy en het Philadelphia orkest waren samen degenen aan wie Rachmaninov in 1940 een van zijn laatste en tevens persoonlijkste werken opdroeg. Alleen al daarom is hun Sony opname (48279) uit 1960 de moeite waard. Maar het ligt evenzeer voor de hand om de wat duurdere, maar dan ook stukken fraaier klinkende versie van Vladimir Ashkenazy met het Concertgebouworkest uit 1983 te kiezen (Decca 430.733-2 of 436.481-2). Prachtig rijk, warm geluid gaat samen met een grote orkestrale virtuositeit en een spontane wuftheid die precies bij deze muziek past. Een andere uitstekende Rachmaninov vertolker, André Previn zorgde in 1974 ook voor een heel idiomatische uitvoering met het Londens symfonie orkest (EMI 764.530-2). Neeme Järvi pakt het werk tamelijk fors aan en veroorlooft zich wat dichterlijke vrijheden, maar is zeker nadere kennismaking waard (Chandos CHAN 9081). Bijzonder gepassioneerd en gedrild is de realisatie door Kyril Kondrashin met het Moskou’s filharmonisch orkest uit 1963 (Melodia 74321-32046-2); in vergelijking is Mikhail Pletnev met het Russisch nationaal orkest (DG 457.598-2) haast te verfijnd en tot slot is er nog een prachtige, geëngageerde versie van Mariss Jansons met het Oslo filharmonisch orkest uit 1993 (EMI 754.877-2).