Mini Vergelijkingen

RAVEL: L'HEURE ESPAGNOLE

RAVEL: L’HEURE ESPAGNOLE

 

Het begrip frivoliteit zou als ondertitel boven Ravels eenakter kunnen staan. Een werkje waarin een getrouwde jongedame binnen drie kwartier opvallend veel mannen verslindt. Maar het geheel speelt dan ook in Spanje, het land van Don Giovanni. Aan het eind van de erotische escapades levert de goede oude Boccaccio van de Decamerone de moraal van het verhaal. Op het gebied van de komische opera’s is L’heure espagnole een klasse apart. De dirigent moet een alert oor hebben voor de ingenieus georkestreerde grappen (de automaten in de klokkenwinkel, het verhaal van het horloge van de toreador, het rammelen van de slinger wanneer de grootvaderklok op de gespierde schouder van de muilezeldrijver wordt gehesen. Het werk vergt ook een bezetting die goed raad weet met de verbale nuancen en die  goed thuis is in de quasi parlando stijl waar de componist om vraagt.

Dit van ironie doordrenkte hispaniserende raffinement van Ravel wordt met name door Lorin Maazel (DG 449.769-2)  behaaglijk opgepoetst met een exquisiet zangersensemble: Jane Berbié als de gefrustreerde en geprikkelde nymfomane, Gabriel Bacquier als de simpele, ietwat verbijsterde muilezeldrijver die graag gehoorzaamt, Michel Sénéchal als de dichter wiens hoofd te zeer in de wolken is om zich om praktische kwesties te bekommeren, José van Dam als de dwaze welgedane bankier en Jean Giraudeau als de beverige oude klokkenmaker die tot slot een onverwacht geslepen zakelijk instinct toont . Tweede keus is de recenter opname van André Previn (DG 457.590-2) waarin de dirigent weliswaar de Spaanse dansritmen en parodieën fraai belicht, maar waarin de goeddeels niet-Franse solisten met voorop een weliswaar verleidelijke Concepcion van Kimberly Baker en een wat nuchtere Ramiro van Kurt Ollman niet geheel het gewenste raffinement tonen.