Mini Vergelijkingen

MENDELSSOHN: VIOOLCONCERT

MENDELSSOHN: VIOOLCONCERT

 

Het is eenvoudig niet klein te krijgen, “het” vioolconcert van Felix “De gelukkige”. Als jongen schreef Mendelssohn al twee vioolconcerten, allebei heel gave composities, maar in het niet vallend bij de frappante oorspronkelijkheid welke hij in “het” concert uit 1844 ten toon spreidde. Het is daarmee een vrij laat werk dat meteen logenstraft dat de componist na zijn twintigste vrijwel uitgeblust zou zijn.

Zonder enigerlei orkestinleiding manifesteert de solist zich meteen met een gepassioneerde melodie die iets melodramatisch heeft. In contrast hiermee is het tweede thema heel rustig en vertrouwelijk. Een moment van rust voordat het 1e thema terugkeert. Nog treffender is de liedachtige eenvoud uit het andante, dat wel is aangewreven dat het sentimenteel zou zijn, maar dat alle lucide directheid van een aria van Mozart bezit. In de finale keert Mendelssohn terug tot de energieke lichtheid van zijn ouverture Midzomernachtsdroom met een moeilijk grijpbare dans waarin de rondhuppelende viool vaak door houtblazers wordt geschaduwd als in een felle vervolging. Een passend slot voor het genietbaarste vioolconcert uit de 19e eeuw.

Iedere zichzelf respecterende violist speelt het regelmatig en is daartoe eigenlijk ook verplicht. Het werk munt uit door een bonte reeks kwalitatief hoogwaardige eigenschappen, door melodische rijkdom en – wat voor Mendelssohn in het algemeen geldt – zijn fraaie scenische karakter. Voor een aangenaam amalgaam is gezorgd doordat de drie delen geleidelijk in elkaar overgaan. Het werk is hierdoor werkelijk uit één stuk.

Zoekend in het archief met oudere opnamen, zijn het vooral Heifetz (RCA CDH 565.191-2, 09026-61743-2), Menuhin (EMI 769.799-2, 566.975-2) en Stern (Sony 46542) die positief opvallen. Later zijn het – zeker niet toevallig - opvallend veel dames die hoog scoren in een werk als dit: de beweeglijke, poëtische en mooi nuancerende Chung (Decca 430.752-2), de eertijds heel jonge en onbekommerde Mutter met een vrij zware begeleiding (DG 445.515-2). Maar bij de dames zijn het de geweldige Mullova (Philips 432.077-2) met een jeugdig tere, heel stijlvolle uitvoering, die ideaal is gecombineerd met het vrij onbekende jeugdconcert in d en de athletisch, wat koele Hahn (Sony 89921) in een markante, maar ongewone koppeling met het  1e concert van Shostakovitch die het sterkst overtuigen. Hahn is lenig als een kat, speelt met stalen handen in fluwelen handschoenen, ageert lyrisch, fris heel vloeiend met een snel vibrato. De sublieme melodie uit het tweede deel ontvouwt zich prachtig bij haar, de finale neemt ze verrassend snel; haar eigen toelichting is interessant. Bij de manlijke collega’s zijn het nog de fijngevoelige Lin (Sony 44902, 89715), de haast speelse klare Capuçon (Virgin 545.663-2), de erg virtuoze, precieze Vengerof (Teldec 4509-90875-2) en de lichtvoetige Bell (Sony 89505) die imponeren. Maar probeer dus vooral Mullova, Hahn, Capuçon en Bell!