Mini Vergelijkingen

GOUNOD: FAUST

GOUNOD: FAUST

 


 
Het grote klassieke werk van Goethe als Franse opera. Dat valt slecht bij het Teutoonse chauvinisme omdat men beducht is voor trivialiseren. Vandaar dat men het werk daar onder de titel Margarethe brengt. Intussen opteert men ook in Duitsland voor het origineel, maar wie het werk nog als Margarethe wil beleven kan bij de historische opname van Keilberth (Preiser 90.040, 2 cd’s) terecht.



Gounod’s Faust is tengevolge van het verhaspelde libretto van Barbier en Carré nog maar heel in de verte verwant met Goethe’s drama, maar het werk bezit een directe expressie en een zekere pretentieloosheid die het op het operatoneel voortreffelijk doen; de partituur zit vol heerlijke melodieën zoals de wals, de juwelenaria en de serenade: echte meezingers. Die zorgden onder andere voor allerlei transcripties (Liszt!), fantasieën en variatiewerken.



Tot de hoogtepunten uit de tweede akte behoren het gebed van Valentin ‘Avant de quitter ces lieux’, het rondo voor het gouden kalf ‘Le veau d’or’ en de wals; in de derde akte is de cavatine van Faust ‘Salut!, demeure chaste et pure’ een der hoogtepunten naast de aria van Marguérite ‘Il était un roi de Thulé’ en natuurlijk haar juwelenaria ‘Ah, je ris’. De vierde akte heeft de serenade van Mefisto ‘Vous qui faites l’endormie’ en de vijfde bevat de voor Parijs vereiste balletmuziek en de kerkscène ‘Seigneur, daignez permettre’ en het slottrio ‘Anges purs’.



 Grappig genoeg is er ook een Engelstalige versie door Parry (Chandos CHAN 3014, 3 cd’s). Leuk om eens onderlinge vergelijkingen te maken.



Hoe dat ook zij: de muziek van Gounod heeft zo zijn bekoringen als ‘drame lyrique’, een eigen genre binnen de Franse opera en als pendant, tevens tegenpool van de ‘grand opéra’ van Meyerbeer. Zeker voor de zangers biedt het werk dankbare opgaven.



Wat de discografische situatie betreft, is sprake van een curiosum: tot voor kort stamden alle noemenswaardige opnamen van EMI. Die van Bonynge (Decca 421.240-2), Davis (Philips 420.164-2) en Lombard (Erato 2292-45685-2) legden minder gewicht in de schaal. De registraties van vroeger door Beecham (Dutton DAX 2001), Cluytens (EMI 769.983-2 en 565.256-2, 3 cd’s) en Prêtre (EMI 747.493-2, 3 cd’s) moeten weliswaar wijken voor die van Plasson (EMI 754.228-2 of 556.224-2, 3 cd’s), maar zijn niet echt achterhaald. Totdat niet zolang geleden Teldec EMI overtrof met een op alle fronten sublieme realisatie door Rizzi (Teldec 4509-90872-2, 3 cd’s). Voorlopig voert Rizzi dus het peloton Faust dirigenten aan.