Mini Vergelijkingen

DEBUSSY: IMAGES (PIANO)

DEBUSSY: 6 IMAGES
 

 

Als met een zilveren stift tekent Debussy toestanden, bewegingen, gebeurtenissen of eigenschappen, waarin met name het natuurelement water een grote rol speelt. In steeds nieuw licht wordt zijn geheimzinnige natuur  weerspiegeld. Hoeveel in deze muziek te ontdekken valt blijkt onder andere uit de 6 in twee bundels bijeengebrachte Images uit 1905 en 1907.



Het gaat om een soort eerbetoon aan zuivere gewaarwordingen, die beelden oproepen van door het gebladerte klinkende klokken, door goudvisschubben gereflecteerd zonlicht en een veelheid van andere vergankelijke momenten. Het eerste deeltje, Reflets dans l’eau, illustreert onmiddellijk Debussy’s unieke besef van de mogelijkheden van het potentieel van de concertvleugel waarbij zacht kabbelende waterritmen worden vertaald in een haast hypnotiserende en in elk geval heel beeldende muziek die tevoren hooguit door een Liszt zo had kunnen worden getoond.



Maar de Images vergen een zekere mate van aanpassing en geduld voor wie ze benadert vanuit de vaak met gebeurtenissen overladen 19e eeuwse muziek, want het dynamische niveau is doorgaans vrij beperkt en het stiltegevoel, dat zo meesterlijk blijkt uit Pelléas et Mélisande vormt opnieuw een wezenlijk kenmerk van deze klinkende landschappen. Maar deze miniaturen behoren wel tot de beste pianowerken ooit.



In de loop ter tijden verschenen van dit werk mooie opnamen van onder meer Gieseking (EMI 565.855-2, 4 cd’s), Arrau (Philips 432.304-2, 2cd’s), Rogé (Decca 443.021-2, 2 cd’s), Thibaudet (Decca 460.247-2, 2 cd’s) en vooral ook Kocsis (Philips 422.404-2). Maar de allermooiste, waardevolste vertolkingen zijn echter gegeven door Arturo Benedetti Michelangeli (DG 415.372-2, 449.438-2) en Pierre-Laurent Aimard (Warner 8573-83940-2). Michelangeli maakte in 1971 een opname die nog steeds kan gelden als een der allermooiste omdat hij zo’n onvergetelijk fraaie klankwereld met steeds wisselende en continu fascinerende effecten schiep. De jongere Aimard, niet alleen doorkneed in de interpretatie van ‘oudere’ muziek, maar eerder specialist in eigentijdse werken, behandelt deze stukken als modern, nieuw en maakt er een avontuurlijke ontdekkingsreis van zonder ballast uit het verleden. Hij is vrij radicaal, zijn haast pianospel heeft iets magisch, het verbluft maar wil in zijn onzelfzuchtigheid ook niet epateren. Ook door een mooi directe, heldere pianoklank doet zijn spel niet bepaald fluwelig aan, het kan (gelukkig) ook niet doorgaan voor wat vroeger als ideale (maar tamelijk mistige, vage) flexibele opvatting van impressionisme gold. Waar een Michelangeli meer charmeert, persoonlijker is, is Aimard directer, ongecompliceerder, opener en strakker. Beide versies vullen elkaar zo prachtig aan.