Mini Vergelijkingen

DEBUSSY: PRELUDE A L'APRES MIDI D'UN FAUNE

DEBUSSY: PRÉLUDE À L’APRÈS MIDI D’UN FAUNE
 

 

Impressionisme in de muziek – bestaat dat werkelijk? En als het al bestaat, is Claude Debussy er dan de beste exponent van? Bijna alle prominente dirigenten hebben daar in de loop der tijd eigen, andere standpunten over gehad. De bekendsten onder hen waren en zijn: Abbado, Ansermet, Ashkenazy, Baudo, Boulez, Dutoit, Haitink, Karajan, Martinon, Munch en Tilson Thomas. Een klinkend evenbeeld van de schilderijen van Monet, Cézanne, Degas en Renoir of van de gedichten van Baudelaire, Verlaine, Mallarmé, Bourget, Louijs, Gautier of Banville heeft de componist nooit willen maken.



Pierre Boulez heeft wel ooit gezegd: “Zoals de wortels van de moderne poëzie bij Baudelaire liggen, zo werd de eigentijdse muziek ontwaakt door de Prélude à l’après midi d’un faune. In dit geval baseerde Debussy zich echter op het gelijknamige gedicht van Mallarmé. En, net als in dat gedicht, gaat het meer om suggestie dan om werkelijkheid.



Het werk uit 1894 begint als in een trance met een mooie fluitsolo die meteen voor een hedonistische en lome stemming zorgt, die vervolgens door het hele orkest fraai wordt uitgewerkt.



Van de talloze opnamen van het ongeveer tien minuten durende stuk – dat dus altijd met andere werken van Debussy een cd vult – zijn die van Bernard Haitink (Philips 438.742-2),  André Previn (EMI 573.026-2), Jean Martinon (EMI 572.667-2), Baudo (Supraphon SU 3478-2) en Herbert von Karajan (DG 427.250-2) in deze voorkeursvolgorde. Maar ook Guido Cantelli (Testament SBT 1011) leverde in 1954 al een prachtige uitvoering.