BENELLI MOSELL, VANESSA II

VANESSA BENELLI MOSELL: VERDER MET STOCKHAUSEN EN SCRIABIN

 

Of al meteen in 2014 sprake was van een lange termijn planning of dat de gedachte geleidelijk vorm kreeg om de hier eerder besproken cd Revolution (Decca 481.1616) met Stockhausens Klavierstücke nr. 1-5, 7-9 en die met de Pianosonate nr. 1 op. 6 van Scriabin (Berlin Classics BC 30053-8, 2 cd’s) te laten volgen door de ook gerecenseerde opname (Decca 481.2491) met de Préludes op. 11 nr. 1-24, de Pianostukken op. 2 nr.1-3 en de ‘Patetico’ Étude op. 8/12 van de Rus, is een open vraag. Aan Stockhausens Klavierstücke ontbreken bij de pianiste nu alleen nog nr. 6, 13 en 14; mogelijk iets voor een volgende cd.

Dit alles geeft aanleiding tot enig nadenken en speculeren. Dat verloopt langs deze lijnen: Al in de negentiende eeuw verlegde Wagner op muziekdramatisch gebied grenzen met zijn Ring cyclus midden negentiende eeuw. Monumentale opera’s waarvan de opvoering was verdeeld over drie dagen en een voormiddag.

Tot op zekere hoogte volgde Scriabin dat voorbeeld in 1903 met de nooit geheel uitgewerkte plannen voor zijn megalomane Mysterium. Maar op zijn manier lukte het Stockhausen tussen 1978 en 2003 wel om een dergelijk grootschalig project te realiseren. 

Zijn cyclus Licht omvat zeven opera’s, vernoemd naar en uit te voeren op de zeven dagen van de week. Stockhausens Klavierstück XII bevat een segment uit een van die opera’s, namelijk uit Donnerstag aus Licht (1979) waarin de componist zich identificeert met Michael, de aartsengel die de aarde beschermt en wiens jeugd wordt beschreven.

Het pianostuk – waarbij de pianist ook moet spreken, tongklakken en klappen – verbeeldt drie denkbeeldige toelatingsexamens voor een conservatorium. Volgens het verhaal is het Michael die hier examen doet, een karakter dat gevormd is naar de gelijknamige engel van de christelijke traditie. Naar verluidt zou Stockhausen zich vooral hebben laten inspireren door zijn eigen jeugdherinneringen.

Dit aan de dochter Majella opgedragen Klavierstück XII uit 1983 bevat het gedeelte ‘Examen’ uit die opera, Het werk – waarin de pianist ook moet spreken, fluisteren, tongklakken, fluiten, klappen, de pianosnaren moeten worden getokkeld en gestreeld  – verbeeldt drie denkbeeldige toelatingsexamens voor een conservatorium. 

Naar verluidt zou Stockhausen zich vooral hebben laten inspireren door zijn eigen jeugdherinneringen. Dit werk adequaat uit te voeren, is een ware tour de force waarin de pianiste met vlag en wimpel slaagt.

Op haar cd combineert Vanessa Benelli Mosell, dit zo’n  21 minuten durende Klavierstück XII met de 24 Préludes op. 11 van Scriabin. Zij gelooft dat deze Préludes de meest toegankelijke introductie zijn tot Scriabins klankwereld.

Misschien is het hier gevonden verband tussen Scriabin en Stockhausen wat vergezocht want ’s componisten avonturen met toegevoegde kleuren en lichtprojectie dateren uit zijn late jaren en hebben weinig van doen met de gespeelde vroege werken die ze hier opnam. In een interview met Pierre Jean Tribot zegt ze hierover: “Beide componisten deelden de ambitie om met hun werk een totalitair beeld van het universum te geven”.

Het gaat om verre van alledaagse muziek, maar wie zich er aan de handen en stem van Benelli-Mosell echt in verdiept, eindigt met waardering en bewondering. Ze laat zelfs het begin van het tweede examen licht jazzachtig klinken. Wat dit werk aangaat bestaan zeker vanwege de moeilijkheidsgraad ook maar weinig andere opnamen; de Italiaanse is in ieder geval Bernhard Wambach (Schwann 310015) de baas.