Verg. Discografieën

BERIO: SINFONIA

BERIO: SINFONIA

 

Dat de muziekgeschiedenis een rijk gevuld reservoir biedt waaruit vrij kan worden geput, heeft Luciano Berio aangetoond. Zijn aanvankelijk vier-, later vijfdelige Sinfonia uit 1968 kan als zijn opus magnum worden beschouwd: onmiddellijk begrijpbare, volkomen ondogmatische avant-gard en tevens een schoolvoorbeeld van een muziekcollage. 

 

Achtergronden

 

In 1968 woonde Luciano Berio al een poosje in de V.S. en zijn reputatie groeide met iedere nieuwe compositie. Hij was waarschijnlijk ook een logische keuze voor de opdracht van om ter ere van het 125-jarig bestaan van het New York filharmonisch orkest, al is het andere vraag of Leonard Bernstein en het publiek kregen wat ze verwachtten; maar dat is een andere discussie.

Sinfonia is een van de meest memorabele en oorspronkelijke werken uit Berio’s oeuvre. Mogelijk zelfs van de hele twintigste eeuwse muziek. De componist was zich bewust van het groeiende protest tegen de Vietnamese oorlog en van de raciale segregatie. Zijn gevoelens daarover komen tot uiting in de verwerkte tekstfragmenten vande antropoloog Claude Lévi-Strauss en Samuel Beckett (The unnamable) plus wat straatkreten.

Het was de tijd waarin avant-garde componisten gingen kijken naar het muziekmateriaal uit voorbije tijden om daar inspiratie uit op te doen; we spreken in dit verband van ‘meta muziek, ofwel muziek over muziek. 

De acht virtuoze sologedeelten werden geschreven voor de elektrisch versterkte 8-koppige Swingle Singers, die beroemd werden met hun jazzversies van stukken van Bach. Die oorspronkelijke Swingle Singers bestonden uit Christiana Legrand en Nicole Darde (s), Hélène Devos en Claudine Meuniers (a), Ward Swingle en Joseph Noves (t) en Jean Cussac en José Germain (b). Ze moesten zingen, spreken, declameren en mompelen.

Het tweede deel betreft een meditatie over de dood van Martin Luther King, waarin de woorden ‘O King’ zijn opgedeeld in hun klankcomponenten. De gevolgde procedure kennen we uit Circles.

Het derde, beroemdste en tevens middelste deel, In ruhig fliessender Bewegung, is geschreven rond het scherzo uit Mahlers Symfonie nr. 2 dat is gebruikt als een soort muzikaal armatuur waaraan verdere citaten van Mahler, Beethoven, Debussy, Stravinsky, Ravel, Berg en anderen. Ze duiken op in een complexe mêlee en worden opgeroepen door tekstuele associatie.

De vier andere delen die dit tweetal omringen bevatten eveneens rustige vocale bijdragen over de relatie tussen tekst en toon, maar dan in minder dan een tour de force setting. In het eerste is Lévi-Strauss aan de beurt; het korte vierde deel is in een flits voorbij.

 

De opnamen

 

Een werk met zoveel lagen vereist een uitvoering die al deze elementen netjes in balans brengt.

De première opname van Leonard Bernstein heeft natuurlijk best authenticiteitswaarde, maar klinkt op zichzelf niet hevig en is vermoedelijk allen op oude CBS lp’s beschikbaar. Ook de Europese première van Ernest Bour is uiteraard interessant, maar klinkt niet meer van deze tijd.

Aanzienlijk meer imponeert Pierre Boulez die meteen als eerste voor het complete werk zorgde. Hij legt het complexe werk mooi op een onthullende wijze open. Gelukkig heeft Warner zijn oorspronkelijke Erato-opname overgenomen.

De hele expressieve omvang van de Sinfonia komt eveneens prachtig tot klinken in de opname van de erg geëngageerde Riccardo Chailly met Electric Phoenix. Het resultaat klinkt heel imposant.

De vrij exclusieve uitgave van Edo de Waart was niet voorhanden.

Vervolgens blijkt dat Semyon Bychkov in Parijs geen gelijke tred weet te behouden met Boulez en Chailly. Vrijwel niemand zal een album met veertien cd’s willen aanschaffen om Luciano Berio in Amsterdam te horen. 

Net als de Swingle Singers hebben ook London Voices een respectabele ervaring met dit werk en Peter Eötvös heeft veel affiniteit met moderne muziek en het verhelderen van structuren. Dat blijkt, maar toch maakt de vertolking niet de verwachte diepe indruk en wat het sterkste deel ha moeten zijn – het derde – in hier eerder het zwakste. Het orkest uit Göteborg maakt wel de indruk dat het deze muziek al jaren speelt. Misschien leidde dat tot enige routine.

Het bijzondere aan deze nieuwe opname van Hannu Lintu is dat hij het werk als nieuw weet te laten klinken. Hier eindelijk eens een groep persoonlijke zangers en niet die eeuwige oude en nieuwe Swingle Singers of Electric Phoenix. De acht stuk voor stuk mooie solostemmen klinken hecht in het ensemble geïntegreerd; de piano daarentegen krijgt een onverwacht belangrijke, maar verdiende rol. Het heel genuanceerd spelende orkest van Lintu levert verder passend energiek commentaar en zorgt zelfs voor enige retoriek.

 

Conclusie

 

Het gaat in wezen tussen Boulez, Chailly en Lintu. Mogelijk kunnen de koppelingen van dit drietal uitverkorenen de doorslag geven. Bij Boulez is dat Eindrücke uit 1974, bij Chailly zijn het Formazioni (1987) en de 11 Folk songs (1964/73) met Jard van Nes en bij Lintu gaat het om Calmo (1973/1989) en Quattro versioni originale della Ritirata notturna di Madrid di L. Boccherini (1975). 

 

Discografie

 

1968. Swingle Singers met het New York filharmonisch orkest o.l.v. Luciano Berio.

 

1969. Swingle Singers met het SWF Omroeporkest Baden-Baden o.l.v. Ernest Bour. Col Legno WWE 31903.

 

1970. Swingle Singers met het New York filharmonisch orkest o.l.v. Leonard Bernstein. CBS 60259. 38779.

 

1981. New Swingle Singers met het Frans Nationaal orkest o.l.v. Pierre Boulez. Erato ECD 88151, 2292-45228-2, Warner 0927-49420-2, 8573-89226-2.

 

1989. Electric Phoenix met het Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly. Decca 425.832-2.

 

1992. Electric Phoenix met het Radio filharmonisch orkest o.l.v. Edo de Waart. Entr’acte CD 3.

 

1994. Electric Phoenix met het Orchestre de Paris o.l.v. Semyon Bychkov. Philips 446.094-2.

 

1997. Swingle Singers met het Concertgebouworkest o.l.v. Luciano Berio. RCO Live RCO 11004 (14 cd’s).

 

2004. London Voices met het Göteborg symfonie orkest o.l.v. Peter Eötvös. DG 477.53803, 479.034-2.

 

2014. Mirjam Solomon, Annika Fuhrmann (s), Jutta Seppinen (a), Simon Mäkinen (t), Taavi Oramo (bs) met het Fins Omroeporkest o.l.v. Hannu Lintu. Ondine ODE 1227-2.

 

Met onbekende opnamedatum

 

….. Sinfonia Singers met het Parijs’ filharmonisch orkest o.l.v. Luciano Berio. Ades 14122-2 (4 cd’s).

 

Video

 

1987. Electric Phoenix met het Birmingham symfonie orkest o.l.v. Simon Rattle. ???