Verg. Discografieën

BOITO: MEFISTOFELE

BOITO: MEFISTOFELE

 

Boito’s Mefistofele is ooit omschreven als een geniale mislukking. Inderdaad is de dramatische opbouw van deze episodische opera niet bijster sterk. De muziek daarentegen is wel bijzonder krachtig, vandaar dat het werk stand hield in het repertoiresegment van de tweede helft van de negentiende eeuw. De première duurde zes uur en eindigde met een schandaal.

 

Achtergronden

 

Arrigo Boito (1842-1918) was een merkwaardige figuur in de operageschiedenis. Hij was een echte intellectueel maar zijn muzikale gaven hielden geen tred met zijn intelligentie.

In de geschiedenis van de romantische opera kreeg Boito als vrijwel anonieme librettist, werkend onder het anagram Tobia Gorrio, van Ponchielli’s La Gioconda en Verdi’s beide laatste opera’s Otello en Falstaff (plus na hulpvaardige medewerking aan de tweede versie van Simon Boccanegra) niet de bekendheid die hij verdiende. En eigenlijk ook met zijn in 1868 zelfstandig geschreven opera Mefistofele die hij zeven jaar later herzag, heeft hij nooit de waardering gekregen die hij zeker verdiende.

Het gaat hier namelijk beslist om een meesterwerk - dat in 1868 al op zijn zestiende jaar werd uitgevoerd - uit de Italiaanse operageschiedenis. De resterende vijftig van van zijn leven worstelde hij met zijn enige andere opera, Nerone die pas na zijn dood, voltooid door Tommasini, in 1924 in de Scala in première ging. Van dat werk bestaat opnamen van Franco Capuana (Opera d’oro OPD 1435), Eve Queler (Hungaroton HCD12487/9 en Gianandrea Gavazzeni (Bongiovanni GB 2388/9-2) en fragmentarisch het eerst door Toscanini (Guild GHCD 2307/8). 

In zijn streven om met de groep radicale kunstenaars onder de naam Scapagliatura een anticlassicistische genieleer te ontwikkelen was hij gestuit op Goethe’s Faust en was hij in zijn drang naar het Noorden meer dan gecharmeerd geraakt van Wagner. Als enige van de componisten die zich met het Faustonderwerp bezighielden, koos Boito ervoor om beide kanten van Goethes epische parabel over de zoektocht naar wijsheid van de mens te onderzoeken. De tekst volgt die van Goethe vrij nauwgezet. Het liefdesverhaal van Gretchen (Margarethe) neemt slechts de eerste twee aktes in beslag. Hierna volgt Fausts verliefdheid op Helena van Troje, zijn dood en zijn hemelvaart, de duivel knarsetandend achterlatend. De proloog en de epiloog bevatten gedurfde ruimtelijke effecten en engelachtige koralen.

Hoe dan ook, die perspectieven van zijn artistieke kunsttheorieën hebben in Mefistofele geen duidelijke weerslag gevonden, want naast het aan Tristan ontleende chromatische psychogram van Gretchen (de beroemde klacht ‘L’altra notte in fondo al mare’) komen duidelijke archaïsmen voor (in de Brockenscène) naast invloeden van Berlioz en Gounod (de aria’s van Faust) en herinneringen aan Meyerbeer (de taferelen met Mefisto).

Toch heeft dit conglomeraat imposante kanten en is Mefistofele een heel geslaagd werk.

 

De opnamen

 

Aan goede opnamen van deze opera heeft het nooit ontbroken. Dus is het ook hier: baas boven baas. Al vroeg, in 1931, begint de fonografische geschiedenis van het werk met een opname uit de Scala. Naxos besteedde veel zorg aan de restauratie van deze opname van Molajoli met toentertijd heel vooraanstaande solisten, maar veel meer als historisch belang heeft de uitgave niet.

Hoe goed Renata Tebaldi ook was in de belangrijke Margaretherol, de opnamen van Serafin (1958), Sanzogno (1965) en Gardelli (1966) waaraan ze meewerkte stranden toch in vergelijking met wat later volgde. Dat ligt zeker niet aan haar, maar aan de haar omringende zangers. Relatief kan de uitkomst bij Serafin en Gardelli het beste mee door. 

Vanaf de magistrale proloog (een favoriet stuk van Toscanini) tot het visioen van Faust in de epiloog dirigeerde Julius Rudel een bezielende uitvoering. Veel is te danken aan de solisten, waarbij opvalt dat de rol van Faust hier niet door een zwarte bas, maar door Norman Treigle, een bas-bariton met markante stem wordt gezongen. Met die stem weet hij ook heel goed te acteren.

Met Samuel Ramey in de titelrol maakt de uitvoering van Patanè ook veel indruk. Maar de domper op het geheel is hier Eva Marton met haar ruwe stem in de dubbelrol van Margarethe en Elena.

Maar de opname die met kop en schouders boven de rest uitsteekt, is de laatste opname van veteraan De Fabritiis. Hij dirigeert met veel begrip en autoriteit. Hem stond ook een heel goed solistenteam ter beschikking. Pavarotti zingt een vloeiende, stevige Faust, heel verleidelijk in ‘Dai campi, dai pratti’ en Freni’s is een ontroerende, verbeeldingsvolle Margarethe tot in het detail heel verzorgd. Dan is er de weelde van de beschikbaarheid van Caballé als Elena (Helena van Troje) voor slechts één optreden. Maar de opera staat of valt met de bas die Mefisto. Ghiaurov vervult die rol op imposante wijze.

Twee dvd opnamen staan ter beschikking. Daarvan is de oudste de meest aanbevelenswaardige.

 

Conclusie

 

Met de vier belangrijkste solisten op hun best,  een nog heel energieke dirigent en een over het geheel fraai klinkende vroege digitale opname (met erg goed klinkend koper en slagwerk, doch een wat op afstand geplaatst koor) is de Decca uitgave van De Fabritiis nog steeds de veiligste keuze.

 

Discografie

 

1931. Mafalda Favero, Giannina Arangi-Lombardi, Nazzareno de Angelis, Antonio Melandri met het Ensemble van La Scala, Milaan o.l.v. Lorenzo Molajoli. Eklipse EKR CD 34, Naxos 8.110273/4 (2 cd’s).

 

1952. Giulio Neri, Gianni Poggi, Rosetta Noli, Ebe Ticozzi met het Ensemble van La Scala, Milaan o.l.v. Franco Capuana. Cantus 500330 (2 cd’s).

 

1955. Boris Christoff, Giacinto Prandelli, Orietta Moscucci, Amalia Pini met het Ensemble van de Opera Rome o.l.v. Vittorio Gui. EMI 565.655-2 (2 cd’s).

 

1956. Giulio Neri, Ferruccio Tagliavini, Marcella Pobbé met het Ensemble van de Omroep Turijn o.l.v. Angelo Questa. Warner 09026-40350-2 (2 cd’s). 

 

1958. Cesare Siepi, Fiorenza Cossotto, Gianni Poggi, Cesy Broggini,  met het Ensemble van La Scala, Milaan o.l.v. Antonino. Votto. Gala GL100746 (2 cd’s).

 

1958. Cesare Siepi, Mario del Monaco, Renata Tebaldi, Lucia Danielimet het Ensemble van de Accademia di Santa Cecilia o.l.v. Tullio Serafin. Decca 440.054-2 (2 cd’s).

 

1965. Nicolai Ghiaurov, Renata Tebaldi, Alfredo Kraus, Elena Suliotis met het Ensemble van de Chicago Lyric Opera o.l.v. Nino Sanzogno.  G.O.P. 713 (2 cd’s).

 

1966. Nicolai Ghiaurov, Renata Tebaldi, Carlo Bergonzi, Dorothy Cole met  de American Opera Society o.l.v. Lamberto Gardelli. Legato SRO 8242, Live Classics LS 1030 (2 cd’s). 

 

1973. Norman Treigle, Plácido Domingo, Montserrat Caballé, Josella Ligi met het Londens symfonie orkest, het Ambrosian operakoor en het Wandsworth school jongenskoor o.l.v. Julius Rudel. EMI 749.522-2, 566.501-2 (2 cd’s).

 

1982. Nicolai Ghiaurov, Luciano Pavarotti, Mirella Freni, Montserrat Caballé met het Nationaal filharmonisch orkest, het Londens Operakoor en het Trinity Boys koor o.l.v. Oliviero de Fabritiis. Decca 410.175-2, 475.6666 (2 cd’s).

 

1985. Nicola Ghiuselev, Kaludi Kaludov, Stefka Evstatieva, Rumyana Bareva  met het Ensemble van de Nationale opera Sofia o.l.v. Ivan Marinov. Laser  24431, Capriccio 51186 (2 cd’s).

 

1988. Samuel Ramey, Eva Marton, Plácido Domingo, Tamara Takács met het Hungaroton operakoor en het Hongaars Staatsorkest o.l.v. Giuseppe Patanè. Sony S2K 44983 (2 cd’s).

 

1995. Samuel Ramey, Vincenzo la Scola, Michèle Crider met het Ensemble van La Scala, Milaan o.l.v. Riccardo Muti. RCA 09026-68284-2 (2 cd’s).

 

2004. Mark Doss, Annalisa Raspagliosi, Alberto Cupido, Michela Remor met het Koor van de Opera Frankfurt en het Frankfurts Museumorkest o.l.v. Paolo Carignani. Hessische Rundfunk Media HRMK 030-06 (2 cd’s).

 

2008. Ferruccio Furlanetto, Giuseppe Filianoti, Dimitra Theodossiou, Sonia Zaramella, Mimmo Gheggi, Monica Minarelli met het Ensemble van de Opera Palermo o.l.v. Stefano Ranzani. Naxos 8.660248/9 (2 cd’s).

 

Video

 

1989. Samuel Ramey, Gabriela Benacková-Cápová, Dennis O’Neill, Judith Christin met het Ensemble van de Opera San Francisco o.l.v. Maurizio Arena. ArtHaus 100.414 (dvd).

 

2008. Ferruccio Furlanetto, Giuseppe Filianoti, Dimitra Theodossiou, Sonia Zaramella, Mimmo Gheggi, Monica Minarelli met het Ensemble van de Opera Palermo o.l.v. Stefano Ranzani. Dynamic 33581 (dvd).