Verg. Discografieën

BERNSTEIN: WEST SIDE STORY

BERNSTEIN: WEST SIDE STORY

Maestro Leonard Bernstein had als componist van de ambitieuze West Side Story een van de spectaculairste successen in het musicalgenre ooit. Daarvoor transporteerde hij de oude Shakespeare tragedie naar een achterstandswijk in New York. Het werk kreeg zo een heel effectieve, immens dramatische wending.

Achtergronden

Van al Bernsteins composities zijn het de werken die hij voor muziektheater schreef die het beste opsommen waar het hem altijd om ging. Van die werken is West Side Story het meest vernieuwend en het meest melodieus.

De gedachte om een Shakespeare’s Romeo & Juliet in een nieuwe, eigentijdse vorm te gieten anno 1957 was afkomstig van de choreograaf Jerome Robbins. De componist/dirigent had dat jaar een eerste hoogtepunt in zijn loopbaan bereikt want hij was ook net benoemd als dirigent van het New York filharmonisch orkest. Al in 1949 zat Robbins rond te tafel met librettist Arthur Laurents, de briljante songwriter Stephen Sondheim en de even briljante als veelzijdige dirigent/componist Leonard Bernstein. Robbins’ rol was essentieel omdat de dans een cruciale rol speelt in het werk en een energieke jonge bezetting vereist is om dat element recht te doen. Aanvankelijk zou het verhaal gaan over hoe de liefde tussen een katholieke jongen en een joods meisje dat onmogelijk wordt gemaakt door religieuze spanningen. Uiteindelijk werd, zoals iedereen inmiddels weet, het verhaal gesitueerd rond 1950 aan de westoever van Manhattan: de leefomgeving van de Puerto Ricanen en Amerikaanse bendes. Belangrijk is vooral de succesvolle manier waarop het gebruikelijke Broadway idioom hier is vernieuwd met behulp van complexe ritmen en soms wrang-bittere harmonieën.

De met Oscars overladen verfilming van deze musical uit 1960 werd terecht een klassieker: waarschijnlijk is er nooit een film verschenen waarin de muziek zo dominerend aanwezig is, dankzij een combinatie van klassieke vormgeving, Caribische ritmen, jazz en een fuga die heel ‘cool’ wordt begeleid door geklik met vingers.  Mambo’s, cha-cha-cha’s en een huapango aan de ene kant en coole jazz en rock’n roll aan de andere. De partituur is meer dan kleurrijk en zit werkelijk vol goed geïntegreerde noviteiten. En net zo vol pakkende songs, zoals ‘America’, ‘Maria’ en ‘Tonight’, maar is even opmerkelijk door de dansmuziek (die de componist later arrangeerde tot concertsuite). Met het bepaald somber pessimistische slot brak hij met een van de kardinale regels van het muziektheater.

De opnamen

Er bestaat maar een beperkt aantal volledige opnamen van deze musical. Wie prijs stelt op de authentieke spanning van het origineel kan niet beter doen dan teruggaan tot de soundtrack van de film. Het materiaal is niet geheel volledig en de geluidskwaliteit is niet zo hevig, maar de werking is groots.

Bernsteins eigen uitvoering is en blijft nogal omstreden omdat hij met klassiek geschoolde zangers het werk aan een volledige operabehandeling onderwerpt. Muscalliefhebbers zullen de stemmen van Te Kanawa en Carreras, hoe mooi ook en glanzend ook, te bloedeloos vinden voor de rollen die ze hebben te vervullen. Wel zijn er mooi subtiele details die je nooit van Broadway zangers hoort, maar of een dergelijke finesse hier passend is, blijft de vraag en een kwestie van persoonlijke beoordeling.

Tussendoor verscheen nog een Engelse Haymarket realisatie uit Leicester van Edwards waarin met hier onbekende solisten die echter stuk voor stuk over heel behoorlijke kwaliteiten beschikken een ook interessante interpretatie tot stand kwam.

Maar momenteel gaat toch de aandacht uit naar de uitstekende vertolking onder de leiding van Kenneth Schermerhorn die niet de fout  maakt om operastemmen in te zetten, doch lieden die kennelijk goed thuis zijn in het musicalvak en die niet alleen het idioom, maar ook de voordracht daarvan uitstekend beheersen.

Conclusie

Voor regelmatig gebruik komt vooral de in de V.S. gemaakte Naxos uitgave als nr. 1 uit de bus, gevolgd door de Engelse. Voor een enkele keer (op zon- en feestdagen) zou men zich over kunnen geven aan de luxe uitvoering van Bernstein zelf.

Discografie

1960. Met de oorspronkelijke filmbezetting Natalie Wood, Richard Beymer, Rita Moreno, George Chakiris en ensemble o.l.v. Johnny Green. Sony SMK 48211.

1984. Kiri te Kanawa, José Carreras, Tatiana Troyanos, Kurt Ollmann met ensemble o.l.v. Leonard Bernstein. DG 415.253-2 (2 cd’s), 447.958-2 (3 cd’s),457.199-2((1 cd). 

1993. Barbara Bonney, Michael Ball, La Verne Williams, Christopher Howard en Royal philharmonic koor en –orkest o.l.v. Barry Wordsworth. Warner 2564-60423-2.

1995. Tinuke Olafimihan, Paul Manuel, Caroline O’Connor, Nicholas Watford met ensemble en het Nationaal symfonie orkest o.l.v. John Owen Edwards. TER CDTER 1197 (2 cd’s).

2001. Betsi Morrison, Mike Eldred, Marianne Cooke, Robert Dram met ensemble o.l.v Kenneth Schermerhorn. Naxos 8.559126.

Video

1984. Kiri te Kanawa, José Carreras, Tatiana Troyanos, Kurt Ollmann met ensemble o.l.v. Leonard Bernstein. DG 073-017-9 (dvd).