Boekbesprekingen

IMAGINING MOZART'S DON GIOVANNI

Anthony Rudel: Imagining Don Giovanni. Atlantic Books, 272 bladzijden

Anthony Rudel, zoon van de dirigent Julius Rudel, waagde zich met de nodige fantasie aan wat fictie rond het ontstaan en de première van Mozarts Don Giovanni waarin feiten en vermoedens aardig zijn vermengd. Dat gaat als volgt:

Tijdens de Praagse première bevond zich onder het publiek een zeer geïnteresseerde gast, Chevalier de Seingalt, die beter bekend was als Casanova. Vanuit een gemakkelijke stoel kon hij zo de belevenissen volgen van zijn gevierde voorganger en natuurlijk ook diens straf en hellevaart beleven. Een verbinding tussen Casanova en Mozarts Don Giovanni is bekend; bovendien woonde Casanova destijds in Praag en het zo raar zijn geweest als hij die gelegenheid had gemist. Het veld voor nader onderzoek en voor allerlei speculaties ligt daarmee wijd open en Rudel maakt daar dankbaar gebruik van.

Mozart was volgens hem in moeilijkheden. Zo vlot als de compositie van Le nozze di Figaro hem afging, zo moeilijk had hij het met Don Giovanni. Dat was heel kwalijk, want de repetities waren al gepland. Dankzij wat slimme diplomatie van Da Ponte en een onwillige concessie van de impresario Bondini werd de première uitgesteld; de keizerlijke familie werd zoet gehouden met een gala uitvoering van Le nozze di Figaro na één repetitie en met Mozart als dirigent.

Mozart had moeite zich te vereenzelvigen met Don Giovanni voor wie hij weinig sympathie koesterde en in een kerkhofscène had hij al helemaal geen zin. Da Ponte is bezorgd, maar beschikt over goede relaties. Hij betrekt zin vriend Casanova die het met iedereen goed kan vinden bij het project. Tijdens een repetitie van de catalogusaria stelt hij voor dat Leporello en niet Giovanni die moet zingen, wat een groot verschil uitmaakt.

Bi de aria ‘Là ci darem la mano’ laat hij de jonge bariton die de titelrol zal zingen zien hoe je amoureus met Zerlina’s hand moet spelen en vervolgens de hele arm moet veroveren. Hoewel Casanova oud is geworden, heeft hij zijn manier van doen niet prijsgegeven en zowel Constanze Mozart als Josefa Dusek vallen voor zijn charme. Bovendien beschikt ook hij over nuttige connecties zodat per kerende post hulpvaardige adviezen komen van zijn interessante vriend die net in de Bastille gevangen zit: een zekere Donatien-Alphonse-François De Sade. Als enthousiast correspondent doet hij voorstellen om de toneelmatige kant op te waarderen. Giovanni’s souper moet een ware orgie worden en wanneer Elvira hem komt waarschuwen meten ‘haar handen en voeten worden gebonden en moet ze verder naakt toekijken’.

De boektitel Imagining Don Giovanni slaat dus waarschijnlijk op Mozarts vermeende samenwerking met Casanova en De Sade. De auteur schetst een levendig beeld van de gebeurtenissen en wekt nieuwsgierigheid naar de afloop. Maar de verbeelding is te beperkt, de onderbouwing mankeert en het is allemaal niet erg literair opgeschreven. Meer en beter onderzoek is nodig, dat is wel duidelijk.