Zdenka Janáčková: My life with Janáček. Faber & Faber, 278 bladzijden.
In 1877, op twaalfjarige leeftijd kreeg Zdenka Schulzová aan pianolessen bij de begaafdste jonge musicus in Brno, de 23-jarige Leoš Janáček. Zij was een vroegrijp kind en in haar eerste lesjaar stelde ze al vast dat de belangstelling die haar leraar in haar toonde verder ging dan het zuiver muzikale. Al gauw werd hij meegesleept door de maalstroom van zijn passie en zij bleek niet in staat daar tegenin te zwemmen. Noch de twijfels van haar ouders, noch haar eigen besef dat ze veel te jong was konden verhinderen dat ze een paar dagen voor haar zestiende voor het altaar stonden.
Er waren tal van waarschuwingssignalen. Er waren al ruzies, bijvoorbeeld over zijn beledigende optreden tegenover haar ouders of over het Duits dat in de familie werd gesproken, want Janáček voerde zijn Tsjechische nationalisme tot in het extreme door. Maar omdat ze zoveel van hem hield (en dat ook bleef doen) besloot ze dat ze liever ongelukkig met hem dan gelukkig met een ander wilde zijn.
Ze had beslist veel te verduren in een huwelijk vol twisten, met een verwarrende halve scheiding, haar zelfmoordpoging, de dood van hun beide kinderen en veel meer narigheid. Zdenka’s relaas over Olga’s laatste ziekte is heel treffend. Als een rode draad loopt door deze levensgeschiedenis ’s componisten destructieve onvermogen om zich jegens aantrekkelijke vrouwen te gedragen.
Zdenka is niet geheel gevrijwaard van zelfmedelijden en ook lijkt ze hier en daar met terugwerkende kracht het verleden wat te dramatiseren. Bovendien wordt natuurlijk maar één kant van de medaille getoond. Niettemin staat een aantal feiten vast en komtze heel eerlijk over, zelfs erg vrijmoedig als het om seksuele kwesties gaat. Van meet af aan was Janáček wel erg gepassioneerd, maar bepaald niet teer. Ze onderging dat als deel van haar vrouwelijke plicht, maar ervoer het wel als een schok dat haar man al gauw een reeks liaisons aanging. Waarschijnlijk waren de meeste, zo niet alle, van zuiver fysieke aard.
Een vroege romance met een vrouw uit zijn geboortedorp Hukvaldy waarbij hij middenin de nacht wegsloop om haar te treffen, schijnt niet veel om het lijf te hebben gehad; jaren later, na zijn dood, vertelde die vrouw Zdenka dat ze alleen maar wat zoenen hadden uitgewisseld. Maar het veroorzaakte wel veel jaloezie bij Zdenka die bijvoorbeeld zijn brieven ging onderscheppen. Toch heeft ze hem nooit met gelijke munt terugbetaald door zelf een amitié amoureuse aan te gaan.
Met Gabriela Horvátová, de eerste Kostelnička in Jenufa en een weinig scrupuleuze vrouw, had Janacek wel een fikse verhouding die hij gewongen was toe te geven. Gabriela had mogelijk tenminste een keer een miskraam, maar het lijkt er meer op dat zij hem daarmee chanteerde. Hoewl dat Zdenka heel pijnlijk moet hebben getroffen, kon ze de trots van haar echtgenoot op een mogelijk vaderschap wel begrijpen.
Pas toen Kamila Stösslová, de heldin uit het strijkkwartet Intieme brieven ten tonele verscheen, raakte Gabriela uit beeld. Ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van de componist kreeg hij een eredoctoraat van de Masaryk universiteit en Zdenka’s vreugde over dat succes is even groot als haar besef dat ze misschien niet genoeg voor hem had gedaan. Hun relatie werd beter en dan, op de avond van de Praagse première van Het sluwe kleine vosje in 1925 werden ook de huwelijkse plichten na negen jaar weer in ere hersteld.
Maar zelfs dat late geluk kreeg een knauw toen een dokter haar waarschuwde over de slechter wordende gezondheid van haar man en – erger – zijn volledige overgave aan Kamila. Janáček stierf in Hukvaldy bij Kamila terwijl Zdenka in Brno op hem wachtte.
Het is een ontrierende geschiedenis die knap is geretoucheerd door John Tyrrell die putte uit lang zoek gewaande herinneringen omdat deze de grote componist in een slecht daglicht plaatsten en te onverbloemd waren in de communistische periode.
De foto’s van Zdenka vertellen een erigen verhaal van het tienermeisje met een haarknotje tot de laatste foto van haar als weduwe met een hond naast zich en een geestige trek rond haar mond.
Zdenka Janáčková: My life with Janáček. Faber & Faber, 278 bladzijden.
In 1877, op twaalfjarige leeftijd kreeg Zdenka Schulzová aan pianolessen bij de begaafdste jonge musicus in Brno, de 23-jarige Leoš Janáček. Zij was een vroegrijp kind en in haar eerste lesjaar stelde ze al vast dat de belangstelling die haar leraar in haar toonde verder ging dan het zuiver muzikale. Al gauw werd hij meegesleept door de maalstroom van zijn passie en zij bleek niet in staat daar tegenin te zwemmen. Noch de twijfels van haar ouders, noch haar eigen besef dat ze veel te jong was konden verhinderen dat ze een paar dagen voor haar zestiende voor het altaar stonden.
Er waren tal van waarschuwingssignalen. Er waren al ruzies, bijvoorbeeld over zijn beledigende optreden tegenover haar ouders of over het Duits dat in de familie werd gesproken, want Janáček voerde zijn Tsjechische nationalisme tot in het extreme door. Maar omdat ze zoveel van hem hield (en dat ook bleef doen) besloot ze dat ze liever ongelukkig met hem dan gelukkig met een ander wilde zijn.
Ze had beslist veel te verduren in een huwelijk vol twisten, met een verwarrende halve scheiding, haar zelfmoordpoging, de dood van hun beide kinderen en veel meer narigheid. Zdenka’s relaas over Olga’s laatste ziekte is heel treffend. Als een rode draad loopt door deze levensgeschiedenis ’s componisten destructieve onvermogen om zich jegens aantrekkelijke vrouwen te gedragen.
Zdenka is niet geheel gevrijwaard van zelfmedelijden en ook lijkt ze hier en daar met terugwerkende kracht het verleden wat te dramatiseren. Bovendien wordt natuurlijk maar één kant van de medaille getoond. Niettemin staat een aantal feiten vast en komtze heel eerlijk over, zelfs erg vrijmoedig als het om seksuele kwesties gaat. Van meet af aan was Janáček wel erg gepassioneerd, maar bepaald niet teer. Ze onderging dat als deel van haar vrouwelijke plicht, maar ervoer het wel als een schok dat haar man al gauw een reeks liaisons aanging. Waarschijnlijk waren de meeste, zo niet alle, van zuiver fysieke aard.
Een vroege romance met een vrouw uit zijn geboortedorp Hukvaldy waarbij hij middenin de nacht wegsloop om haar te treffen, schijnt niet veel om het lijf te hebben gehad; jaren later, na zijn dood, vertelde die vrouw Zdenka dat ze alleen maar wat zoenen hadden uitgewisseld. Maar het veroorzaakte wel veel jaloezie bij Zdenka die bijvoorbeeld zijn brieven ging onderscheppen. Toch heeft ze hem nooit met gelijke munt terugbetaald door zelf een amitié amoureuse aan te gaan.
Met Gabriela Horvátová, de eerste Kostelnička in Jenufa en een weinig scrupuleuze vrouw, had Janacek wel een fikse verhouding die hij gewongen was toe te geven. Gabriela had mogelijk tenminste een keer een miskraam, maar het lijkt er meer op dat zij hem daarmee chanteerde. Hoewl dat Zdenka heel pijnlijk moet hebben getroffen, kon ze de trots van haar echtgenoot op een mogelijk vaderschap wel begrijpen.
Pas toen Kamila Stösslová, de heldin uit het strijkkwartet Intieme brieven ten tonele verscheen, raakte Gabriela uit beeld. Ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van de componist kreeg hij een eredoctoraat van de Masaryk universiteit en Zdenka’s vreugde over dat succes is even groot als haar besef dat ze misschien niet genoeg voor hem had gedaan. Hun relatie werd beter en dan, op de avond van de Praagse première van Het sluwe kleine vosje in 1925 werden ook de huwelijkse plichten na negen jaar weer in ere hersteld.
Maar zelfs dat late geluk kreeg een knauw toen een dokter haar waarschuwde over de slechter wordende gezondheid van haar man en – erger – zijn volledige overgave aan Kamila. Janáček stierf in Hukvaldy bij Kamila terwijl Zdenka in Brno op hem wachtte.
Het is een ontrierende geschiedenis die knap is geretoucheerd door John Tyrrell die putte uit lang zoek gewaande herinneringen omdat deze de grote componist in een slecht daglicht plaatsten en te onverbloemd waren in de communistische periode.
De foto’s van Zdenka vertellen een erigen verhaal van het tienermeisje met een haarknotje tot de laatste foto van haar als weduwe met een hond naast zich en een geestige trek rond haar mond.