Boekbesprekingen

THEREMIN: ETHER MUSIC AND ESPIONAGE

Albert Glinsky: Theremin: Ether music and espionage. University of Illinois Press, 404 bladzijden.

In dit boek wordt het spoor gevolgd van een icoonfiguur uit de twintigste eeuw: Lev Sergeyvitch Termen, ook – met en zonder accenten – bekend als Léon Thérémin (1896-1993). In 1920 organiseerde deze Russische wetenschapper, radiotechnicus en avonturier in zijn onderzoekinstelling in Petrograd ‘ met uitgestrekte handen die hij zwevend, fladderend en in duikvlucht’ bewoog rondom twee antennes die waren verbonden met een hoogfrequent oscillator. Als bij toverkracht klonk de melodie van Saint-Saëns’ ‘zwaan’ uit Le carnaval des animaux uit een primitieve luidspreker.

De ‘Etherofoon’ of ‘theremin’ was – en is – uniek. Het enige muziekinstrument dat kan worden bespeeld zonder enig direct fysiek contact van de bespeler. Het droeg in hoge mate bij aan de ontwikkeling van elektronische muziek. Om dat nader te adstrueren bevat dit boek een voorwoord van de synthesizer expert Robert Moog. Moog begon zijn loopbaan namelijk als producent van theremins. Tegenwoordig is de kenmerkende ‘klaagzang’ van dat instrument haast alleen nog bekend uit een aantal filmmuzieken van Miklós Rózsa en uit een single van de Beach Boys uit 1966: Good vibrations.

Oorspronkelijk spelde het instrument ook een rol in Varèses Equatorial uit 1934, maar hij verving die instrumenten door de betrouwbaarder ondes martenot uit 1928. Maar geen van beide instrumenten is zo alomtegenwoordig als het Hammond orgel, waarop Laurens Hammond in 1934 een patent werd verleend. Toch wordt de theremin nog wel gebruikt in de filmmuziek, getuige Ed Wood en Mars attacks!

Glinsky brengt allerlei onwaarschijnlijke details aan het licht. Bijvoorbeeld dat Theremin graag achter de vrouwen aanzat tot hij de negentig was gepasseerd. Maar waaraan het boek zijn grootste waarde ontleent, is aan de levensbeschrijving van Theremin als metafoor voor de Koude Oorlog. In de jaren negentiendertig bevond hij zich in de V.S. waar hij allerlei soorten elektronische apparatuur vervaardigde voor diverse doeleinden, zoals voor de componisten Henry Cowell en Charles Ives, maar ook voor het Amerikaanse gevangenissysteem. En intussen spioneerde hij voor de Sovjet Unie. Onder geheimzinnige omstandigheden verdween hij in 1938 naar die Sovjet Unie. Mogelijk werd hij ontvoerd, mogelijk vluchtte hij voor schuldeisers.

Daar werd hij eerst in een berucht werkkamp geplaatst, maar kon hij vervolgens onder meer afluisterapparatuur ontwikkelen om te spioneren in de Amerikaanse ambassade. Nuttige elektronica voor de consumentenmarkt schijnt hij niet meer te hebben ontwikkeld.

Aantrekkelijk aan het boek is dat de auteur zich niet uitslooft om alle vragen op te lossen; als het verantwoorde kader en de talloze voetnoten niet vermogen te overtuigen, kan het verhaal altijd nog worden gelezen als een thriller. Theremin leefde lang genoeg om ook de ontspanning in de politieke betrekkingen nog te hebben meegemaakt en om nieuwe waardering uit het Westen te krijgen, maar hij had zoveel vreemde verhalen opgedist, dat men hem niet meer vertrouwde. Nog steeds lijkt iemand hem te achtervolgen......