CD Recensies

AVISON: CONCERTEN

Avison: Concerti grossi nr. 3 in d, 4 in a, 5 in d 6 in D, 9 in C, 11 in G uit Done from 2 books of lessons for the harp; Scarlatti, D.: Sonate in D K. 29, L. 461. Resp. Concerto Koln en Gerald Hambitzer (kl). Berlin Classics BC 30070-2 (81’57”). 2015

Avison: Concerti op. 6 nr. 1-12. Avison ensemble o.l.v. Pavlo Beznosiuk. Naxos 8.557553/4 (2 cd’s, 1u. 56’43”). 2003

Deze werken van Charles Avison (1709-1770) zijn sprekende voorbeelden van het feit dat gedurende de achttiende eeuw muzikaal Engeland werd gedomineerd door de diverse Italiaanse componisten. Vooral Corelli stond in hoog aanzien, maar ook Domenico Scarlatti was populair mede dankzij de organist Thomas Roseingrave die in Italië had gestudeerd en op eigen houtje sonates van Scarlatti liet publiceren.

De in Newcastle-upon-Tyne geboren componist werd in de Grove Dictionary de belangrijkste Engelse componist uit zijn tijd genoemd. Hij vestigde zich in 1724 in Londen, waar Geminiani zijn leidsman werd en organiseerde daar concerten. Zelf schreef hij ook klavecimbelwerken in een stijl die met Rameu verwant is.

Ook Avison studeerde enige tijd in Italië en het tweetal hier genoemde opnamen laat horen hoe het bij hem met die Italiaanse invloed stond. In 1744 publiceerde Avison een boek met twaalf concerti grossi die blijkbaar nog niet compleet zijn opgenomen, maar hier hebben we tenminste de helft. Zoals de titel impliceert zijn ze gebaseerd op arrangementen van sonates van Scarlatti. Het is interessant om de bronnen te ontdekken, maar in sommige gevallen lukt dat niet. Of van andere auteurs sprake is of dat Avison eigen bijdragen leverde….? Mogelijk beschikte hij over manuscripten van Scarlatti die verloren zijn gegaan.

Feitelijk nog beter dan Café Zimmermann (Alpha 031) en Goodman die het hele twaalftal opnam (Hyperion CDA 66891/2) speelt Concerto Köln een keuze uit deze concerti grossi en als bonus krijgen we daar op een mudvolle cd een echte Scarlattisonate bij.

Het dozijn Concerti voor strijkorkest en klavecimbel op. 6 dateert uit 1758 en is origineel, maar draagt enigszins het stempel van Geminiani. De interactie tussen concertino en ripieno is echter goed geslaagd. De vertolkingen van Beznosiuk met authentiek instrumentarium zin zodanig geslaagd sat men niet meteen gelijksoortige werken van Corelli of Händel prefereert.