CD Recensies

ALBERT, D': PIANOSONATE; PIANOSTUKKEN E.A.

Albert, D’: Pianosonate in fis op. 10, Pianostukken op. 10/2 en 10/3; Pianostukken op.5 nr. 1-8; Serenata; Capriolen op. 32 nr. 1-5 op. 32, Piers Lane. Hyperion CDA 66945 (79’28”). 1997 

 

Hebben we altijd de multinationale Eugène d’Albert onderschat door wat minachtend over zijn ooit zeer bekende opera Tiefland te denken? Hij was in ieder geval een schilderachtige figuur en verbaast met zijn pianoconcerten (Lane, Hyperion CDA 66747), zijn celloconcert (Gerhardt, Hyperion CDA 67544) en de ouverture Esther(Brabbins, Hyperion CDA 67387) net zoals met zijn pianowerken en zijn persoonlijke leven.

D’Albert was destijds legendarisch en werd zeer bewonderd door Liszt. Maar hij was ook iemand die nadat zijn vrouw hem een kind had geschonken gauw  op zoek naar een andere ging, al gebeurde dat vaak in verwarring. Bekend is zijn uitval naar de bekende Venezolaanse pianiste Teresa Carreño, zijn tweede verovering: “Kom gauw want mijn kind en jouw kind vechten met ons kind.”

In de pianostukken op. 5 horen we wat invloed van Brahms’ op. 76, maar in de stormachtige bladzijden uit nr. 1 laat hij in textuur en syncoperen een heel eigen stem horen. De in tertsen gespeelde octaven uit nr. 6 doen misschien denken aan Brahms’ eerste pianoconcert, maar dan meer als eerbetoon dan als plagiaat.

Ook de stormwolken  uit nr. 6 hebben misschien even iets van Rachmaninov’s prélude in f op. 32, maar in nr. 8 is hij weer terug bij Brahms.

De bekoorlijke Serenata uit 1893 komt met zijn pikante gitaarachtige effecten uit een heel andere wereld, die zelfs even aan Liszt en Kreisler doet denken.

Het zij echter de sonate (1893) en de Capriolen, miniaturen uit op. 32 (1924) die waarschijnlijk de ware d’Albert tonen. In laatstgenoemde stukken  geeft hij ook blijk van humor met een faux-naif Franse wals, een blik op de V.S. met Dixieland in ‘Missie-Missa’.

Iets bekender is het scherzo, maar het intermezzo is een leukere verrassing. Piers Lane toont zich met zijn briljante spel, zijn bravura, maar ook met zijn gevoeligheid een ideale pleitbezorger van dit aardige materiaal. Zijn aanpak getuigt van warme gevoelens, Hans von Bülow zei over de componist ‘Hij is geen einde van een collega’.