Auerbach: Préludes op. 41 nr. 1-24; Dromen op. 45 nr.1-10; Koraal, fuga en postludium op. 31. Lera Auerbach. BIS CD 1462 (80’05”). 2004
Auerbach: Préludes voor cello en piano op. 47 nr. 1-24; Cellosonate op. 69; Postludium voor cello en piano op. 47/12. Ani Aznavoorian en Lera Auerbach. Cedille CDR 9000.137 (74’59”). 2012
Hoe hoogbegaafd en veelzijdig kun je zijn? Hoe voelt het om multi-getalenteerd en hoogst productief te zijn. Componist, concertpianist, dichter, en dan ook nog beeldend kunstenaar?
Op 18-jarige leeftijd verliet Auerbach (1973) de Sovjet Unie om in de V.S. een nieuw, vrij leven te beginnen en om zich echt in vele richtingen te ontplooien. In materieel opzicht moet ze intussen heel welvarend zijn, want de opdrachten stromen naar haar toe. Ze werd in het Siberische Chelyabinsk geboren, schijnt als vierjarige haar eerste compositie te hebben geschreven, kwam op haar twaalfde met haar eerste opera en bleef als zeventienjarige na een tiendaagse pianotournee verstandig in Amerika. Gevraagd naar haar levensmotto was het antwoord: ‘onverschrokken’.
Haar muzikale oeuvre omvat inmiddels meer dan honderd werken in vrijwel alle genres en begin november 2016 kon het Nederlandse publiek in verschillende steden kennis maken met de wereldpremière van het uit 72 (3x24 bestaande 72 Angels door het Nederlands kamerkoor en het Raschèr saxofoonkwartet. Daarbij verpersoonlijkt elke engel een dit uit de Joods-mystieke uitleg van het bijbelboek Exodus 14:19-11 die ook voor meerderlei uitleg door de wereldgodsdiensten toepasbaar is. Hopelijk verschijnt daarvan gauw een opname, want de uitvoering was heel gaaf.
Getuige de andere werken op het tweetal tastbare cd’s, loopt de préludevorm als een rode draad door het leven van de componiste.
In de door haarzelf uitgevoerde 24 Préludes voor piano – net als zo vaak in alle gangbare majeur en mineur toonsoorten - en 10 Dreams geeft ze blijk van een neoromantische instelling die teruggaat tot Rachmaninov en via Debussy en Poulenc eindigt bij Prokofiev en Shostakovitch. Een interessant amalgaam met heel assertieve, soms uitgesproken agressieve kanten. Een hoogtepunt is echter de milde zesde Droom.
Ook de 24 Préludes voor cello en piano tonen dezelfde geest met soms prachtige, vaak lichtelijk mysterieuze cellomelodieën. Nr 9 en 10 gaan zonder onderbreking in elkaar over. De eigenlijke kern vinden we in nr.12 (een herinnering aan Moesorgsky’s ‘Bydlo’?), nr. 14 een variatie op een thema uit Mozarts Zauberflöte en nr. 21 ‘Dialog’ juist uitsluiten iets tussen het hoogste en laagste celloregister terwijl de piano zwijgt. Om een of andere reden vindt Auerbach zelf nr. 16 het hart van de reeks.
Een stuk moeilijker maakt ze het de luisteraar in het wrange eerste deel van de cellosonate, maar het daarop volgende wat klaaglijke langzame deel biedt soulaas voordat het in de finale (con estrema intensita) weer heel hevig toegaat.
In het korte Postludium keren we nog even terug naar een herinnering aan die treffende twaalfde prélude met griezelige klanken van de prepared piano.
In al deze werken leren we Lera Auerbach ook kennen als voortreffelijke, effectieve pianiste en de andere musici zijn duidelijk door haar geïnspireerd om het beste te geven. Geen wonder dat Auerbach zelf veel van de toelichtingen schreef.
Het Nederlands kamerkoor zou zich verdienstelijk maken door met het Raschèr saxofoonkwartet ook het Requiem ter herdenking van het bombardement op Dresden op het programma te nemen
Voor wie meer van Lera Auerbach wil horen, staan – soms verspreid in verzamelprogramma’s – ook de volgende werken op cd ter beschikking: Strijkkwartet nr. 3 Cetera desunt door het Petersen kwartet (Capriccio 61.104), de Par.ti.ta voor soloviool uit 2007 door Vadim Gluzman (BIS SACD 1972), Sogno di Stabat mater door Ula Ulijona Zebriunaite (va), Andrey Pushkarev (vibrafoon) met Kremerata Baltica o.l.v. Gidon Kremer (Nonesuch 7559-79969-9), de Suite voor soloviool op. 70 ‘Lonely suite’ door Vadim Gluzman (BIS CD 1592), Speak, memory door Hilary Hahn (v) en Cory Smythe (p) (DG 479.1725) en het Pianotrio door het Lincoln trio (Cedille CDR 90000.126); laatstgenoemde cd heeft de titel Notable women en bevat ook werken van Stacy Garrop, Jennifer Higdon en Laura Elise Schwendinger, Augusta Read Thomas en Joan Tower.