Auerbach: Préludes voor cello en piano op. 47 nr. 1-24; Cellosonate nr. 1 op. 69; Postlude op. 47b. Ani Aznavoorian en Lera Auerbach. Cedille CDR 90000.137-2 (75’18’). 2012
In deze aan John Neumeier opgedragen 24 Préludes voor cello en piano uit 1999 die in juli 2008 in San Francisco door Alisa Weilerstein met Lera Auerbach voor het eerst in Caramoor werden uitgevoerd, volgt de Russisch-Amerikaanse componiste de weg van Bach en Chopin in de behandeling van alle majeur- en mineur toonaarden. Binnen de gangbare tonaliteitsgrenzen blijvend benut ze talloze mogelijkheden van de techniek die zich ver heeft ontwikkeld, tot het gebruik van microtonen aan toe. Dat uit zich in gepassioneerde adagio’s, een toespeling op Moessorgsk’s Schilderijententoonstelling ‘Bydlo’ (nr. 12), een wat sardonische referentie aan de Toverfluit ouverture (nr. 14), walsen, scherzi, lamento’s en duizelingwekkende allegro’s. Zelf beschouwt ze nr. 16 als kern; er zijn ook onbegeleide deeltjes bij. Nr. 21 heet ‘Dialogo’ en daarbij gaat het tussen een dialoog tussen het hoogste en laagste celloregister (zonder pianobegeleiding).
De toonzetting voor cello en piano is knap en kundig, getuigend van een groot kleurgevoel (geen wonder, want de componiste schildert ook) wat leidt tot mooie contrasten van timbre. Fraai ook hoe beide instrumenten gelijkwaardig zijn behandeld.
De aan de herinnering van Saul Barnett opgedragen Postlude was al eens opgenomen door violist Vadim Gluzman en Angela Yoffe (BIS CD 1242). Het nog een drie minuten durende stuk berust op een deconstructie van de twaalfde Prélude die van een geheimzinnig ongemak blijk geeft.
De vierdelige Cellosonate is uit 2002 is een al even pakkend werk, vooral omdat het laatste deel eindigt met de aanwijzing ‘con estrema intensita, met de uiterste intensiteit’; de hieraan voorafgaande toccata laat horen hoe nauw Auerbach verwant kan zijn met Shostakovitch in haar soms tomeloze wildheid.
Alsof de muziek op zichzelf al niet belangwekkend en goed genoeg is, de interpretaties waarin een hoogst belangrijke rol voor de componisten aan de vleugel is weggelegd, zijn verbluffend goed. Een fantastisch goede, absoluut originele cd! Auerbach zelf schreef de lezenswaardige toelichtingen en op de balans en de klank van het plaatje valt eigenlijk niets aan te merken.