CD Recensies

ALBINONI: NASCIMENTO DELL'AURORA, IL, SCIMONE, CLEMENCIC

Albinoni: Il nascimento dell’Aurora. June Anderson (s., Dafne), Margarita Zimmermann (s., Zeffiro), Susanne Klare (s., Flora), Sandra Browne (a., Apollo) en Yoshihisa Yamaj (t., Peneo) met I solisti Veneti o.l.v. Claudio Scimone. Erato 4509-96374-2 (2 cd’s, 1u. 54’08”). 1983 

 

Albinoni: Il nascimento dell’Aurora. Gernot Heinrich (t., Peneo), Krisztina Jónás (s., Dafne), Terry Wey (ct., Apollo), Adrineh Simonian (ms., Flora), Radu Marian (s., Zeffiro) met het Clemencic consort o.l.v. René Clemencic. Oehms OC 913 (2 cd’s, 2u.19’53”). 2007

 

Dat Tomaso Albinoni (1671-1751) vrijwel uitsluitend bekend is met zijn vele instrumentale werken en een ten onrechte aan hem toegeschreven Adagio, betekent allerminst dat hij zich niet ook in andere genres massief openbaarde. Zo staan wel 81 opera’s op zijn naam naast aardig wat cantates, religieuze muziek en serenades.

Il nascimento dell’Aurora uit 1718 is zo’n serenade in het genre Festa pastorale, een soort hoofs werk waarin de geboorte van de Romeinse godin van de zonsopgang wordt bezongen en dat met een mooie Sinfonia begint.

De figuren uit deze serenade zijn bijeen om te bepraten hoe de verjaardag van Aurora gaat worden gevierd. De parallel is duidelijk, want het werk werd waarschijnlijk geschreven voor de verjaardag van Elisabeth Christine von Brunswick-Wolffenbüttel die in Barcelona ging trouwen met aartshertog Karel, de latere Habsburgse keizer Karel VI.

In die discussie over wie Aurora het eerst mag loven, stelt Dafne een spelletje voor waarin iedereen een bloem mag kiezen en deze mag vergelijken met de keuze der anderen. Dat leidt tot de vaststelling dat de keizerin even groots, mooi en hemels is als de godin, waarna tot beluit Arianna in een laurierstruik verandert, niet om voor Apollo te vluchten, maar om de wenkbrauwen van de godin te versieren. Veel om hat lijf heeft dat scenario niet, maar de muziek is aardig om naar te luisteren. Er zijn beslist ook mooie momenten zoals in Zeffiro’s ‘Bella è alba’, ’Se l’alba io scorgerò’ van Peneo en de gedaanteverwisselingsmuziek van Dafne. Lof verdient ook theorbespeler Hubert Hoffmann.

De oudere Erato opname laat een heel homogeen solistenensemble en een puike, dartele begeleiding van Scimone horen, de intussen oude Clemencic is wat trager en minder alert en beschikt over wat minder goede solisten. Wel overtuigt counter tenor Terry Wey geheel als Apollo. Maar sopraan Radu Marian is een teleurstellende Zeffiro met haar ‘witte’, vibratorijke stem. In zoverre blijft de oudere opname als geheel te verkiezen.