Aperghis: Á portée de voix. Calme-plats nr. 1-5; Conversations, Dialogue amoureux; Simulacre nr. 2; Rire physiologique; Monomanies; Fidélité; Pubs. Valérie Philippin (zang), Ludovic Monter (marimba, Jean-Philippe Causse (p), , Aurélie Saraf (hrp), Aurélie Pichon (kl). Ameson ASCP 1019 (61’05’). 2010
Van de Griekse in Frankrijk levende Georges Apergis (1945) die vooral werken voor muziektheater schrijft zou je omdat hij bij Xenakis studeerde niet direct zulke vrolijke muziek als op deze cd verwachten. Aan de andere kant won hij in 2011 de Kagel muziekprijs en Kagel had een groot gevoel voor humor. Hij is getrouwd met de actrice Édith Scob die een opmerkelijke rol speelde in de horrofilm Les yeux sans visage naar de novelle van Redon.
Bij de muziek van Aperghis worden al snel associaties gewekt met de films van Jacques Tati en het mimespel van Marcel Marceau, kortom met de fantasiewereld van het magisch realisme.
Geen wonder dat de vijf deeltjes van Calme-plats voor zangsolo met zijn dobbelsteen lettergrepen, open medeklinker klanken en fonemen een kolfje na arc de hand van Cathy Berberian zouden geen geweest. Maar ook Valérie Philippin weet er goed mee om te gaan, half ademloos, giechelend, in quasi alleenspraak en hallucinerend micrototaal dialect, zoals in Fidélité voor stem en harp.
In Simulacre II uit 1994 voor stem, slagwerk en basklarinet wordt de werkwijze van de componist heel duidelijk en dwingt hij de uitvoerenden donders goed naar elkaar te luisteren.
Wie gefascineerd is geraakt door Aperghis moet zeker ook de dubbel cd Simulacres met Il gigante Golia, 280 mesures, Crimes de l’amour, Couplets nr. 1-5, Á bout de bras, Simulacres nr. 1-5, Pièces fébriles nr. 1-4; Trio voor piano, klarinet en cello en Monomanies van het Ensemble Accroche Note (Accord 476.1635) uit 2003 aanhoren.