CD Recensies

ABSIL: ORKESTWERKEN

Absil: Brazliaanse rapsodie op. 81; Vlaamse rapsodie op. 4; Fantasie capriccio voor saxofoon en orkest op. 152; Rites op. 79; Bulgaarse dansen op. 103. Vincent Cornil (sax) met het Groot harmonie orkest van de gidsen o.l.v. Norbert Nozy. René Gailly CD 87096 (53’38”). 1994

We kennen Roemeense en Boheemse rapsodieën, dus waarop ook geen Brazilaanse en Vlaamse. Jean Absil kwam uit Wallonië, maar was goed thuis in Gent. Hij was trouwens niet de enige die een Vlaamse rapsodie schreef. Ook Michel Brusselmans, Maurice Schoenmaker, Marinus de Jong en August de Boeck leverden hun bijdragen. Zelfs Roussel schreef een Rhapsodie flamande op. 56, zoals een cd van het BRTN filharmonisch orkest o.l.v. Alexander Rahbari (Discover DICD 920101) ons leert.

Nederland steekt hier karig bij af met alleen een Hollandse rapsodie voor orgel van Feike Asma en de Piet Hein rapsodie van Van Anrooy. Opgenomen door het Residentie orkest o.l.v. Antal Dorati (Philips 432.390-2). 

Terug bij Absil: na een inleiding volgen vier, bij rasechte Vlamingen vast goed bekende volksmelodieën met leuke motieven, waarvan eentje teruggaat tot een Kerstlied. In de coda worden ze alle nog eens onstuimig gecombineerd.

Wat aan deze vijf composities opvalt, is, dat ze voor harmonie orkest zijn geschreven op de Brazilaanse rapsodie na die ook wel in symfonische vorm wordt uitgevoerd. Het blijkt dat de componist ook in vreemde culturen was geïnteresseerd en dat idioom aardig integreerde net zoals er iets van jazz schuilt in Fantasie capriccio.

Vooral ook dankzij de geslaagde verklankingen van Nozy en zijn Gidsen is gezorgd voor een aangename kennismaking met Absil als componist van werken voor grotere bezetting.