Aperghis: Die Hamletmachine. Françoise Kubler (s), Lionel Peintre (b), Romain Bischoff (b) met het SWR Vokalensemble Stuttgart en het Ictus ensemble o.l.v. Georges-Elie Octors. Cypres CYP 5607 (58’34”). 2001
In Die Hamletmachine uit 1977 neemt de Duitse toneelmaker Heiner Müller Shakespeare’s Hamlet als uitgangspunt om het intellectuele milieu in de voormalige DDR te portretteren. De conceptionele aard van het stuk dat is opgebouwd uit monologen heeft ook een aantal componisten geïnspireerd.
Zo boog de band Eingestürtzte Neubauten zich erover in een hoorspel. Maar belangrijker is het nogal grootschalige oratorium Die Hamletmachine van de Grieks-Franse componist Georges Aperghis (1945). Ook Wolfgang Rihm en Ruth Zechlin hielden zich met deze materie bezig, wat hij de een leidde tot een opera, bij de ander tot Szenische Kammermusik.
Het is niet verrassend dat componisten zich aangetrokken voelden tot dit onderwerp met zijn stroom van cryptische, turbulente en ruige teksten. Aperghis maakte er in 2000 een oratorium van met een sopraan, twee baritons, een solo altviolist en een solo slagwerker die ook als spreker optreden. Verder doen een groot koor dat weinig fijnzinnig te keer gaat en een instrumentaal ensemble mee. Er wordt in het Duits gezongen door het koor, maar in het Frans door de solisten, die allerlei technieken moeten gebruiken: zingen, spreken schreeuwen, met onverstaanbare lettergrepen en fonemen werken, snikken, zuchten en lachen.
Geen eenvoudige kost. Niet voor de uitvoerenden, niet voor de luisteraar. Maar alle betrokkenen verdienen veel lof voor hun niet geringe prestaties.