CD Recensies

AUBER: SIRÈNE, LA

Auber: La sirène S. 37. Jeanne Crousaud (s., Zerlina), Dorothée Lorthiois (s., Mathéa), Xavier Flabat (t., Scopetto), Jean-Noël Teyssier (t., Scipion) Jean-Fernand Setti (bs., Duc de Popoli), Benjamin Mayenobe (bs., Nicolaio Bolbaya) en Jacques Calattayud (b., Pecchion) met Les Métaboles en Frivolités parisiennes o.l.v. David Reiland. Naxos 8.660436 (69’49”). 

In maart 1944 ging Aubers korte opéra comique in drie aktes La sirène op libretto van Eugène Scribe in Parijs in première, nu verschijnt in 2019 de cd première daarvan.

De handeling speelt in de Italiaanse Abruzzen tijdens de Restauratie. Drie reizigers, de Bolbaya, zijn oude bediende Mathea en de vaandrig Scipion worden in de bergen verrast door het gezang van een Sirene die hen in een hinderlaag lokt waar haar broer, de struikrover Marco Tempesta (vermomd als de herbergier Scopetto) hen als onschuldig schild wil gebruiken om bij een scheepsoverval buit gemaakte smokkelwaar veilig door het gebied van de hertog van Popolo te kunnen brengen. Zerlina, de Sirene onthult dat ze verliefd is op Scipion. Na de nodige intriges worden papieren getoond waaruit blijkt dat Scipion de ware hertog van Popoli is en dat Scopetto zijn neef is. Marco Tempesta vergeeft genereus zijn vijanden en schenkt zijn zus aan de vaandrig die de geldbuit van de smokkelaars heeft veroverd.

De muziek is melodieus, het werk amusant en komisch en de uitvoering is zonder meer het werk waardig.