Obrecht: Missa fortunata desperata; Missa Maria zart; Busnois: Fortunata desperara; Anoniem: Maria zart, von edler art. Beauty Farm. Fra Bernarda FB 1905157 (2 cd’s, 1u. 34’49”). 2018
Jacob Obrecht (1457 - 1505) was eerst zangmeester in Utrecht, daarna koorleider van de Corporation de Notre Dame van de St. Gerrude in Bergen op Zoo, vervolgde zijn loopbaan in het Belgische Cambray en werd in 1486 geïnstalleerd als cantor aan fe St. Donatian in Brugge.
Na een bezoek aan Italië werd hij maître de chapelle in 1490. In 1494 duikt hij op in de archieven van de Notre Dame in Antwerpen en bracht daarna to zijn dood als gevolg van een pestepidemie toen hij Ferrara bezocht.
Tinctoris had hem in 1475 genoemd als een der grootste musici uit zijn tijd. Hij had de pech dat hij werd overschaduwd doorJosquin des Prez. Zelf was hij beïnvloed door Busnois en Ockeghem.
In zijn productiefste tijd tussen 1485 en 1491 schreef hij vele missen en motetten in gevarieerde stijl, daarna ontwikkelde hij een nieuwe stijl. De Missa fortunata desperata weerspiegelt dat het werk in moeilijke tijden (tijdens de honderd jaar durende oorlogen tussen Frankrijk en Italië) werd gecomponeerd.
Beauty Farm is gevormd door Bart Uvyn (ct), Jon Etxabe Arzuaga en Florian Schmnitt (t) en Joachim Höchbauer (bs) en zingt deze werken heel helder en gedetailleerd in minimale bezetting. Datzelfde geldt voor de enige andere opname van Missa fortunata desperata door The sound and the fury (ORF CD 3048). In de Maria zart, von edler art is de bezetting van de Tallis Scholars wat groter (Gimell CDGIM 032).