Auber: Le cheval de bronze. Sonia Nigohhossian (ms., Péki), Isabel Garcisanz (s., Tao-Jin), Anne-Marie Rodde (s., Stella), Anthony Roden (t., prins Yang), Armand Arapian (b., Tsing-Sing), Ulrik Cold (bs., Tchin-Kao), Brigitte Bellamy (ms., Lo-Mangli) e.a met het Nieuw filharmonisv=ch omroeporkest o.l.v. Jean-Pierre Marty. On stage OS 4716 (2 cd’s, 1u. 57’09”). 1979
Als operacomponist had Daniel Auber (1782 - 1871) het geluk dat hij Eugene Scribe als librettoschrijver vond. Met hem had hij succes na succes in de Franstalige operawereld met o.a. Le maçon uit 1825, La muette de Portici uit 1828, Fra Diavolo uit 1830 en Le cheval de bronze uit 1835 waaraan hij later op wens van de Parijse opera balletmuziek toevoegde.
In deze opéra-féerique in drie aktes gaat het om het verhaal ‘Les sept fils du Calender’ uit Duizendéén nacht dat nu eens niet in het Midden-Oosten speelt, maar in de Chinese provincie Shantung. Daar verschijnt op een gegeven moment een magisch bronzen paard op een heuvel. Dat paard toont zich bereid om iedere man die het bestijgt naar de planeet Venus te brengen waar een groep sirenes, geleid door de attractieve prinses Stella hem ontvangt. Wanneer de ruimtereiziger de avances van die sirenes kan weerstaan, mag hij veilig met een van hen naar de aarde terugkeren; wanneer hij niet weerstaat wordt hij alleen teruggestuurd met de waarschuwing dat hij in steen zal veranderen als hij over zijn belevenissen spreekt.
Hoezeer deze opera in vergetelheid raakte, blijkt uit het feit dat er al decennia geen opname van is gemaakt. Deze - één van de drie - is de ’nieuwste’ waarop het wek heel adequaat in het Duits wordt uitgevoerd.