Sibelius: Symfonie nr. 1 in e op. 39; En saga op. 9. Göteborg symfonie orkest o.l.v. Santtu-Matias Rouvali. Alpha 440 (58’44”). 2018
De jonge Finse dirigent Santtu-Matias Rouvali (1985) maakt 30 januari 2020 zijn debuut met het Concertgebouworkest in Stravinsky’s Oedipus Rex. Sinds 2017 is hij chef van Göteborg symfonie orkest waarmee hij is begonnen aan een opname van alle symfonieën van Sibelius voor Alpha en in 2021 gaat hij zijn landgenoot Esa-Pekka Salonen opvolgen als chef van het Engelse Philharmonia orkest.
Rouvali studeerde in Helsinki directie en slagwerk aan de Sibelius Academie bij Jorma Panula, Leif Segerstam en Hannu Lintu.
Met zijn Symfonie nr. 1 uit 1899 schreef Sibelius de eerste Finse symfonie die internationaal weerklank vond. Tchaikovsky schijnt model te hebben gestaan (oneerbiedig is wel gezegd dat deze dit werk had kunnen schrijven als hij langer had geleefd). De Russische ondertonen van het werk coëxisteren met al duidelijk van zelfverzekerdheid blijk gevende individuele thema’s en texturen.
Zo introduceert de klarinet boven een paukenroffel het eerste thema van het eerste deel dat zijn apotheose bereikt in de climax van de finale. Een nadrukkelijk ritmisch scherzo illustreert ook een verwantschap met Bruckner.
Tot de mooiste opnamen van dit werk behoren die van Maazel (Decca Esoteric ESSD 90020), Gergiev (RPHO 2008/1, 4 cd ’s), Rozdestvensky (Melodija MEL 10.01669) en Bernstein (DG 474.936-2).
Maar ook de heel geëngageerde interpretatie van Rouvali dringt tot de top door want hij schijnt voortdurend instinctief het juiste te doen in een vrij dramatische, maar ook heel pakkende lezing. Men is verbaasd over de kwaliteiten die hij in het orkest losmaakt. Ook in het symfonisch gedicht En saga klinken die door alsof het net als bij Finlandia gaat om de vrijheid van Finland te vieren. Opnieuw beheerst Rouvali een juiste tempokeus en een evenwichtige afweging van stemmingen. Dit lijkt het begin van een nieuwe fijne Sibeliuscyclus.