CD Recensies

ALFANO: RISURREZIONE

Alfano: Risurrezione. Anne Sophie Dupreis (s., Katerina), Matthew Vickers (t., Nechljoedov), Leon Kim (b., Simonson) e.v.a. met het Ensemble van de Maggio musicale Fiorentino o.l.v. Francesco Lanzillotta. Dynamic 57866.02 (2 cd’s, 2u., 05’28”). 2020 
 
Pucciniliefhebbers zullen zich Franco Alfano (1875 - 1954) herinneren als de componist die zijn Turandot voltooide maar de tien opera’s die hij zelf componeerde zijn vrijwel onbekend of vergeten. Risurrezione uit …. is gebaseerd op de epische roman Voskressenije (Opstanding) van Leo Tolstoi uit 1899 waarin een egocentrische man, prins Dimitri Nechljoedov, zich ontwikkelt tot een moreel hoogstaand iemand. Daar tegenover staat de arme wees Maslova die door twee tantes van Nechljoedov wordt opgevoed. 
Nechljoedov gaat enige jaren dienen in het leger en ontdekt dat Maslova zich heeft ontwikkeld tot een aantrekkelijke, mooie vrouw. Ze bedrijven de liefde, maar het komt niet tot een huwelijk. Wel ontstaat uit de vrijage een kind en wordt Maslova het huis van de tantes uitgezet. Na de vroegtijdige dood van het kind raakt Maslova in de prostitutie, In haar bordeel wordt een moord gepleegd en Maslova wordt als schuldige aangewezen. Nechljoedov zit in de jury om haar te veroordelen, maar kan niet verhinderen dat ze naar een gevangenis in Siberië moet. Nechljoedov tekent hoger beroep aan, Dat wordt geweigerd en Maslova verdwijnt naar Siberië met Nechljoedov in haar kielzog. Maar zij ziet meer in de Engelse medegevangene Simonson. Nechljoedov ontmoet hem tijdens een rondleiding door de gevangenis en tracht Maslova vergeefs nog een keer over te halen. Terug in het hotel slaat hij de Bijbel op en ontdekt dat hij een leeg bestaan heeft geleid, Hij gaat op zoek naar mogelijkheden om andere wel negentien rollen nodig om het relaas diepere inhoud te geven en het valt op dat hij Maslova heeft omgedoopt tot Katiusha.
Tot de hoogtepunten uit het werk behoren de aria van Katiusha ‘Dio pietoso, fa ch’ei venga alfin’, de arioso van Dimitri ’Si, la ravviso la mia cara stanza’ en de aria ‘Quando ta vidi, una voce mi disse’. Ook het slotduet van Katiusha en Dimitry ‘Ed ora, va… parti!… son felice!!!’ ontroert. Alfano was een goede vakman die met verismo middelen de Russische stof van enige Italiaanse warmte en emoties voorziet. In zijn memoires zegt hij hierover: ‘Recoiling from catastrophes, I believed and still believe in the renovation, regeneration, and final purification of human passions from evil to goodness.’
Door de bank genomen zijn uitvoering en opname goed geslaagd. De beide andere opnamen van Friedemann Layer (Accord 472.818-2) uit 2001 en Elio  Boncompagagni met Magda Olivero (Gala GL 100.716) uit 1971 zijn me onbekend, dus vergelijken was onmogelijk.