CD Recensies

AHO: SOLO

Aho: Solo. ‘Solo IV voor cello’; ‘Solo XII voor altviool ‘In memoriam EJR’, ‘Solo IX voor hobo’, ‘Solo XIV voor klarinet’, ‘Solo V voor fagot’, ‘Solo X voor voor hoorn’ en ‘Solo III voor fluit’. Resp. Samuli Peltonen (vc), Hiyoli Togawa (va), Piet van Bockstal (h), Simon Reitmaier (kl), Bram van Sambeek (fag), Marie-Luise Neunecker (hrn) en Sharon Bezaly (fl). BIS SACD 2446 (78’03”). 2020
 
Tot nu toe hebben we de Finse componist Kalevi Aho (1949) vooral leren kennen via een reeks orkestwerken met selecties uit zijn zeventien Symfonieën en tweeëndertig Concerten. Met deze cd leren we de intieme kamermuziekkant van hem nader kennen aan de hand van een stel soli.
Die begon in 1973 met nr. 1 voor viool, ging verder in 1985 met nr. 2 voor piano, in 1991 nr. 3 voor fluit, in 1997 nr. 4 voor cello, in 1999 nr. 5 voor fagot en nr. 6 voor contrabas, in 2000 nr. 7 voor trompet, in 2003 nr. 8 voor baritonhoorn, in 2010 nr. 9 voor hobo en nr. 10 voor hoorn, in 2013 nr. 11 voor gitaar (homage à Munir Bashir), in 2016 nr. 12 voor altviool (in memoriam Einojuhani Rautavaara), in 2017 nr. 13 voor trombone, in 2018 nr. 14 voor klarinet en 15 voor marimba, in 2019 nr. 16 voor harp, en in 2020 nr. 17 voor clavichord.
Te veel voor uitgave op 1 cd, maar meer dan voldoende voor goede indrukken. Die bestaan vooral uit de mogelijkheden om al die afzonderlijke instrumenten naar mogelijkheid melodieus te laten zingen en niet aan allerlei fratsen te onderwerpen al zijn er wat ‘fluitachtige’ momenten aan het begin van de cello- en de altvioolsonate.
Wat wel merkbaar is, dat hoe verder de cyclus volgde, de te verder ook de harmonie en de structuur zich ontwikkelden. Dat is met name in de cellosolo te merken. De solo voor hobo neemt een vrij aparte positie in met zijn wat circulaire frasen die acht noten lang zijn. De klarinet begeeft zich in het bereik der lastig realiseerbare microtonen, maar Simon Reitmaier heeft daar geen enkele moeite mee. Ook fluitiste Sharon Bezaly krijgt daar mee te maken.
Het aardige van deze uitgave is, dat de meeste stukken worden gespeeld door de musici waarvoor ze bedoeld zijn. Zo is het o.m. bijzonder de Duitse meesterhoorniste Marie-Louise Neunecker solo te horen. Zo gaat het van het ene magistraal uitgevoerde hoogstandje naar het andere.