Abrahamsen: Schnee. Laplands Kamerorkest o.l.v. John Storgårds. Dacapo 6.220585 (53’02”). 2021
In 1990 besloot de Deense componist Hans Abrahamsen (1952) om een poos niet te componeren, maar in 2006 pakte hij de draad weer op en schreef binnen twee jaar een werk bestaande uit 10 ‘Canons’ en 3 ‘Intermezzi’ voor negen instrumenten (fluit, hobo, klarinet, slagwerk, 2 piano’s, viool, altviool en cello) dat hij de titel ‘Schnee’ gaf.
In de tussentijd had hij zich beziggehouden met het bewerken van Canons van Bach en dat inspireerde hem om zelf canons met hun obsessieve herhaalde en overlappende melodielijnen te gaan schrijven. Hij doet dit heel consequent in een vrijwel minimalistische stijl. De instrumentale timbres grijpen niet terug op de barok, maar klinken modern en harmonieus.
De negen uitvoerende instrumentalisten waaronder tweetrio’s met strijkers en twee met blazers zijn symmetrisch opgesteld blazers aan de ene kant, strijkers aan de andere met beide piano’s en het slagwerk in het midden. Tijdens de eerder statische Intermezzi wordt de toonhoogte van de instrumenten tot toenemend microtonaal bereik bijgesteld, maar dat blijft goed te volgen en daar gaat een fascinerende werking van uit. Geen wonder dat daaruit een beeld ontstaat van kristallijne, geometrische sneeuwkristallen die afzonderlijk een ballet uitvoeren in een verder volkomen rustig landschap.
De visie van Abrahamsen bezit heel verfijnde en poëtische kenmerken en de negen musici van het Laplands Kamerorkest onder John Storgårds brengen die glinsterend weerkaatsend aan het licht. De relatie met zijn opera ‘The snow queen’ naar het sprookje van Andersen (Bayerische Staatsoper BSOREC 1002) ligt voor de hand.
Van ’Schnee’ bestaat al een andere heel goede opname door het Ensemble Modern uit 2009 (Winter & Winter 910.159-2). Muziek als mooie herinnering aan sneeuw die we in Nederland al een paar jaar niet of nauwelijks meer zagen.