Adès: Pianokwintet; Schubert: Pianokwintet Forellenkwintet. Respectievelijk Thomas Adès (piano) met het Arditti kwartet en met het Belcea kwartet met Corin Long (contrabas). EMI 557.664-2 (61’21”). 2002/4
Waar Adès in zijn Sonata da caccia (1993) eer betoonde aan de muziek van Couperin en in zijn strijkkwartet uit 1994 citaten van Mozart en Schubert gebruikte, spreekt hij in zijn ééndelige pianokwintet uit 2001 gedurende twintig minuten meer een eigen taal, maar dan wel in de gangbare sonatevorm. Het stuk zit vol mooie transformaties en is een blijk van heel aanvaardbaar modernistische onstoffelijkheid.
Voor EMI lijkt Adès een soort huiscomponist en opnieuw heeft men ernaar gestreefd voor deze opname de mensen bijeen te brengen die op het Melbourne festival de première verzorgden: in dit geval het in eigentijds idioom doorknede Arditti kwartet. Samen met de componist, die geen gering pianist is zoals hij eerder ook aantoonde in ‘controleerbaar’ repertoire (o.m. Janáček) krijgt het werk een optimale cd première.
Het jonge Engelse Belcea kwartet minus de tweede violist en plus de contrabassist Long waagt hij zich hierna aan een bekender strijdros: hèt pianokwintet uit de romantische muziekliteratuur, ooit voor amateurs geschreven. Op enthousiaste, frisse en doelbewuste wijze wordt hier de zonnige melodiek en de bruisende inventiviteit van het werk naar voren gebracht. Niets van routine; ook is veel zorg besteed aan de individuele uitwerking van de diverse partijen. Muzikaal zowel als opnametechnisch wordt het werk in uitstekende balans opengelegd en ook de basaccenten komen mooi hoorbaar, maar geen moment opdringerig uit de verf. De piano is keurig als lid van het ensemble in balans gebracht en niet als solist.
Natuurlijk bestaan legio andere, ook erg mooie opnamen van Schuberts kwintet. Te denken valt vooral aan Schiff c.s. (Decca 458.708-2), Levine c.s. (DG 431.783-2) en Brendel c.s. (Philips 446.001-2), maar deze doet daar met zijn speelvreugde niet voor onder.