CD Recensies

ANDRIESSEN, L: STAAT, DE; DE LEEUW, VIS, ATHERTON

Andriessen, L: De Staat. Schönberg ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw. Nonesuch 7559-79251-2 (35’25”). 1990

 

Andriessen, L: De Staat. Nederlands blazers ensemble o.l.v. Lucas Vis. NBE NBECD 022 (33’07”). 2008

 

Andriessen, L: De Staat.; Anaïs Nin. Cristina Zavalloni (s), Synergy vocals en London Sinfonietta o.l.v. David Atherton. Signum SIGCD 273 (74’59”). 2011

 

Voor nieuwkomers in deze materie is het wellicht nuttig eerst het summiere portret van Louis Andriessen in de rubriek Componistenportretten te lezen.

De staat schreef hij in de periode 1972-1976 als een bijdrage aan de discussie rond de plaats die de muziek inneemt in een politiek veld: “Het ogenblik waarop het muziekmateriaal is geordend, wordt het cultuur en als zodanig is het een gegeven sociaal feit”. 

Met gebruikmaking van tekstgedeelten uit Plato’s Republiek waarin wordt gewaarschuwd voor de ontwrichtende invloed van bepaalde soorten muziek, is De staat gezet voor vier vrouwenstemmen en vijfentwintig instrumentalisten.

Het strenge begin van het werk met een reeks canons voor vier hobo’s heeft de abstracte, precieze schoonheid van een mozaïek. Flatulente klanken van het lage koper doorbreken dit ingehouden begin en door het hele werk heen illustreren stevige contrasten van de instrumentale timbres Plato’s gezegde “Pas op voor de overgang naar een nieuw soort muziek, want zo’n verandering gaat altijd gepaard met verreikende veranderingen”.

Ook het werk klinkt herhaaldelijk gevaarlijk met zijn toename van koortsachtige ostinati tussen de koele bezwerende koren. De invloed van Stravinsky en Bach is evident in de heldere textuur en de motorische ritmen, maar de complexe harmonische taal en de ruige intensiteit dragen typisch het stempel van de componist zelf.

Het Schönberg ensemble en Reinbert de Leeuw hebben heel wat werken van AndrIessen ten doop gehouden en heeft destijds meteen voor een soort referentie opname gezorgd. Ook het NBE weet voortreffelijk te voldoen aan de eisen van het werk: zorg voor ritmische precisie en intact houden van een groot uithoudingsvermogen. Het is alleen wat karig dat de bewuste twee plaatjes met slechts ruim een half uur speelduur niet wat extra’s uit het rijk voorziene oeuvre van de componist toevoegden.

Gerekend naar noten per euro biedt de opname van Atherton meer. Anaïs Nin is een laat werk uit 2009/10 en is omschreven als muziektoneel voor één stem. Cristina Zavalloni blijkt uitermate geschikt om de persoon van de vooral door haar dagboeken  bekend geworden Franse schrijfster die leefde van 1903 tot 1977 gestalte te geven. Hier gaat het om herinneringen aan haar minnaars René Allendy, Antonin Artaud en Henry Miller.

Zo komen we met een smak van de politiek in de seks terecht nu het gaat om seksuele wensen en de vervulling daarvan. De muziek die Andriessen hierbij schrijft is een merkwaardige mengeling van Kurt Weill cabaret, wankele saxofoons en drums, overgoten met een dun neoklassiek sausje.

In ‘De verleiding’ gaat de zangeres knap een stapje verder door dit deel echt operakarakter te verlenen.

Hier dient De staat bijna als aanvulling en Atherton zorgt met zijn heel competente Londenaren ook voor een nauwgezette verklanking, maar die blijft enigszins steken in typisch Engelse hoffelijkheid aan de instrumentale kant. De vocale inbreng heeft meer schwung. Maar alleen al voor het andere werk is ook deze cd van grote waarde.