Andriessen, L: Rosa, de dood van een componist. Lyndon Terracini (b), Miranda van Kralingen (s), Marie Angel (s), Christopher Gillett (t), Roger Smeets (b) en het Schönberg/ASKO ensemble o.l.v. Reinbert de Leeuw. Monesuch 7559-79559-2 (2 cd’s, 1u 51’23”). 1998
Andriessens opera Rosa (‘Een paardendrama’) uit 1994 gaat over de moord op de fictieve, mythische Uruguayaanse componist Juan Manael de Rosa die filmmuziek schreef voor Hollywood westerns.Hij reed ook op ongezadelde paarden Volgens de bizarre fantasie van librettist Peter Greenaway is deze moord de zesde op rij. Begonnen met de raadselachtige dood van Anton Webern in 1945 en eindigend met die van John Lennon in 1985.
In een paardenslachthuis wordt de moord op Rosa gereconstrueerd, waarbij misdaad en reconstructie grotesk door elkaar lopen. In de muziek zijn Stravinskyaanse kiemcellen te vinden, maar naar de geest is de opera meer verwant met rock, jazz en Broadway. Het werk is heerlijk compromisloos vol snorkende agressie zoals heel mooi te horen is na 8’45 in het zevende tafereel waar de ongelukkige verloofde van de componist (in één van haar verschillende gedaanten) klaagt dat deze meer van paarden dan van haar houdt. Eerder bekende ze al dat ze pretendeert zelf een paard te zijn om Juans geile uitspattingen te bevredigen.
Wanneer de luisteraar dat al schokkend vindt, kan deze zich verheugen op een heel festival van orgies, geweld en zwarte humor.
Het ensemble van Andriessen is samengesteld uit hout- en koperblazers, synthesizers, slagwerk en een klein groepje elektrisch versterkte strijkers. De stijl is vertrouwd met zijn flinke dynamische contrasten, zijn onregelmatige en vaak scherpe, onregelmatige ritmen, krachtige fortissimo akkoorden.
Meteen de ouverture is confronterend, maar de krachtigste muziek komt voor aan het eind van het vierde tafereel wanneer net als in menige thriller een ontbrekende aanwijzing alles in de war stuurt. Het vijfde tafereel begint met een krachtige Blues en de elfde met een solo harmonica die iets in de stijl van Morricone speelt. Op een gegeven moment is er zelfs een wals uit Brahms’ op. 39 die de zuster van Rosa vroeger in de kinderkamer voor hem neuriede. Een sentimenteel momentje in een letterlijk en figuurlijk beestachtige omgeving.
Het laatste tafereel wordt voorafgegaan door de inbreng van de ‘Index zanger’ die nader het abattoir met diverse toespelingen omschrijft. De gedrukte tekst zet het verhaal nog even voort nadat ze is verdwenen.
Greenaway’s libretto is erotisch, vaak ook lyrisch en heel erg tweeslachtig. Maar de muziek is puur Andriessen. De première van Rosa vond in 1994 bij de Nederlandse Opera plaats. Het muzikale aandeel van toen is op dit tweetal cd’s mooi geconserveerd. Ster van de uitvoering is Marie Angel.
Wie huiverig is van deze muziek vol extremen, kan op proef even naar de ouverture luisteren en naar het volledige vierde tafereel. Dan is zo ongeveer alles bekend wat men vooraf moet weten.