Albert, d’: Tiefland. Lisa Gasteen (s), Johan Botha (t), Falk Struckmann (b), Kwanchui Youn (bs), Adriane Quieroz (s), Raymond Very (t) e.a. met de Weense Singakademie en het Weens Omroeporkest o.l.v. Bertrand de Billy. Oehms OC 312 (2 cd’s, 1u 19’21”). 2003
Tiefland is een intussen vrijwel in vergetelheid geraakte opera uit 1903 van Eugen d’Albert (1864-1932). D’Albert was een merkwaardige figuur in het muziekleven. Hij werd in Schotland geboren uit een Engels/Frans echtpaar, voelde zich na adoptie Duits en leefde op latere leeftijd als Zwitsers staatsburger in Riga: globalisering avant la lettre. Als niet geringe pianist zorgde hij voor de eerste uitvoering van de Burleske van R. Strauss.
Van de 22 opera’s die d’Albert componeerde, is Tiefland, een en al Duits verismo, de enige die af en toe nog wordt opgevoerd. De vorm van het werk is Italiaans, de muziek lichtelijk Wagneriaans en de achtergrond is Spaans. Het gaat namelijk om rivaliteiten op de hellingen van de Pyreneeën. Landeigenaar Sebastiano regelt het huwelijk tussen de schaapsherder Pedro en zijn minnares Marta om zo een eind te maken aan de dorpsroddel. Maar zijn heimelijke besluit om haar desondanks in zijn macht te houden, leidt tot slot tot zijn val.
De meeste eerdere opnamen van het werk dateren uit de jaren vijftig vorige eeuw. Daaraan eentje waaraan Gré Brouwenstijn als Marta meewerkte naast Paul Schöffler als Sebastiano en Waldemar Kmennt als Pedro. Rudolf Moralt dirigeerde deze Weense opname (Philips 434.781-2). Daarnaast bestaan versies van Schmitz (Berlin Classics), Janowski (Acanta), Alberth (Gala) en Zanotelli (Eurodisc), maar de nieuwste, een ‘live’ concertregistratie, is in dit geval ook de beste. Sterren van de uitvoering zijn Lisa Gasteen als doorleefde Marta en vooral de Zuid-Afrikaanse tenor Johan Botha als gretige Pedro. Ook de begeleiding is in heel goede handen bij De Billy en de zijnen.