Zemlinksy: Strijkkwintet in d; Bruckner: Strijkkwintet in F WAB. 112; Intermezzo in d WAB. 113. Bartholdy kwintet. WDR 8553348 (69’01”). 2013
Waar de vier strijkkwartetten van Zemlinsky redelijk op cd zijn vertegenwoordigd (bijvoorbeeld door het Schönberg kwartet op Chandos CHAN 9772, 2 cd’s) lijkt dit de eerste opname te zijn van het strijkkwintet uit 1896. Deze vertraging kan een oorzaak hebben in het feit dat alleen de beide hoekdelen beschikbaar blijken te zijn. Maar die zijn in harmonisch en melodisch opzicht met zo’n achttien minuten muziek zeer de moeite waard. Wie hier aan een vergelijkbaar strijkkwintet denkt, komt al gauw bij Brahms’ tweede kwintet terecht. Dat Brahms de jongere Zemlinsky na de première uitnodigde om bij hem een uurtje compositieles met Mozarts kwintetten als voorbeeld te komen nemen, was niet alleen gemeens, maar ook arrogant en onterecht. Met name de virtuoze finale is zeer de moeite waard.
Een stuk bekender is het strijkkwintet van Bruckner. Het werd in 1878 geschreven, na herzieningen van de derde en vierde symfonie en het is een heel substantieel werk met grote diepgang. Van de verschillende opnamen die al van dit werk bestaan, gold die van het Weens filharmonisch kwartet (Decca 476.2455) als een der mooiste. Maar het Duitse Bartholdy kwintet, een hechte combinatie bestaande uit Ulf Schneider, Anke Dill, Volker Jacobsen, Barbara Westphal en Gustav Rivinius doet daar feitelijk niet voor onder. Van het adagio maken zij een hoogtepunt en het is de moeite waard dat meteen het als alternatief van het scherzo gedachte intermezzo ook is opgenomen. Alle vertolkingen klinken energiek en indringend.