Zelenka: Triosonates voor 2 hobo’s, fagot en b.c. nr. 1-6 ZWV. 181. Ensemble Berlin Prag o.l.v. Reinhard Goebel. Supraphon SU 4239-2 (2 cd’s, 1u. 34’43”). 2017

Lang was de Boheemse componist Jan Dismas Zelenka (1679-1745) slechts een voetnoot in de achttiende eeuwse muziek.Iemand die voornamelijk religieuze muziek schreef. Totdat Heinz Holliger in de jaren zeventig deze sonates terugvond en daar met Maurice Bourgue, Thomas Zehetmair, Klaus Thunemann en Christiane Jaccottet in 1997 een opname van maakte (ECM 462.542-2) die niet echt representatief meer is door een teveel recht toe rechtaan speelwijze.

Men vermoedt dat de sonates voor ‘2 oboï (violino) e 2 bassi’ rond 1716 zijn geschreven, gedurende de periode dat hij in Wenen bij Fux studeerde, hoewel het waarschijnlijker is dat ze uit rond 1723 stammen en dienden bij de viering van de kroning van Karel VI in Praag, of dat ze uit een nog latere periode zijn toen hij aan het Saksische hof in Dresden werkte en daar briljante blazers bij de hand had.

De eisen die de componist in deze werken aan de blazers stelt, zijn extreem zwaar, zeker wanneer ze historisch instrumentarium gebruiken. Ze vergen het uiterste van de ademtechniek. Geen wonder dat in de sonate nr. 3 de eerste hobo even mag worden vervangen door een viool en de fagot daar een belangrijke rol speelt. 

In 2016 maakte het Collegium 1704 o.l.v. Václav Luks (Accent ACC 24319) een opname van dit zestal werken waarin de continuopartijen waren verdeeld over klavecimbel, luit en contrabas.

Het Ensemble Berlin-Prag bestaat uit Dominik Wollenweber en Vilém Veverka (h), Mor Biron (fag), Barbana Maria Willi (kl), Ulrich Wolff (violone, cb) en Jakub Černohorsský (v. in sonate nr.3) kiest naast het klavecimbel afwisselend voor een violone en een contrabas.

Over het geheel genomen doen beide ensembles niet veel voor elkaar onder. Ook in de nieuwe opname is sprake van ritmisch veerkrachtige vertolkingen, heldere texturen en mooie bijdragen van alle betrokkenen.