CD Recensies

ZEMLINSKY: SEEJUNGFRAU, DIE, ALBRECHT

Zemlinsky: Die Seejungfrau. Nederlands Filharmonisch orkest o.l.v. Marc Albrecht. Pentatone PTC 5186-740 (47’28”). 2019

In de afgelopen decennia leek het er telkens even op dat Alexander Zemlinsky (1871 - 1942) de aandacht kreeg die hij verdiende. Als leraar zwager van Schönberg als als een van pre-Mahler minnaars van Alma Schindler was zijn muziek fin de siècle laatromantisch van aard en kregen vooral de opera’s Eine Florentinische Tragödie op. 16 die ook door Albrecht is opgenomen (Koch Schwann 314.012) en Der Zwerg (James Conlon, EMI  566.247-2) wat aandacht.

Sindsdien is die belangstelling weer wat gedaald en wordt hij haast alleen in Oostenrijk en Duitsland nog gehoord en - zoals hier - van een Duitse dirigent die intussen in 2020 na negen jaar weer afscheid neemt.

De Fantasie (oftewel Symfonisch gedicht) Die Seejungfrau uit 1903 in gecomponeerd naar het sprookje De kleine zeemeermin van Andersen. Wanneer we dit werk in deze nieuwe opname beluisteren, wekt de verwaarlozing daarvan opnieuw verbazing. Het werk was een cadeau voor zijn vriendin Marie Pappenheim, maar verdween in 1908 om pas in 1984 weer op te duiken. Het vertoont nogal wat verwantschap met de Symfonische gedichten van Richard Strauss.

De nieuwe vertolking van Albrecht heelt veel tonale allure, maar moet de concurrentie aangaan met Riccardo Chailly bij her Berlijns Raio Symfonie orkest (Decca 444.969-2) die ook twee Psalmen met het Senffkoor opnam en het het Tsjechisch filharmonisch orkest o.l.v. Antony Beaumont (Chandos CHSA 5022) die aanvullend de eerder ontstane Symfonie in d toevoegde.

Kwantitatief is Albrecht dus in het nadeel, kwalitatief nauwelijks en in elk geval maakt hij er opnieuw op attent dat Die Seejungfrau de voortdurende aandacht waard is.