Zemlinsky: Stukken voor cello en piano nr.1-3; Cellosonate in a; Klarinettrio op. 3. Othmar Müller (vc), Ernst Ottensamer (kl) en Christopher Hinterhuber (p). Naxos 8.570.540 (64’21”). 2007
De drie composities van Zemlinsky op deze cd zijn uit de jaren 1890 en laten horen hoe hij zich geleidelijk tracht te bevrijden van de invloed van Brahms om vervolgens een eigen geluid te ontwikkelen. Het beste bewijs daarvan is de formele en expressieve behandeling van het Klarinettrio.
De drie Stukken voor cello en piano uit 1891 behoren tot zijn vroegste composities en waar de ‘Humoreske’ misschien nog niet bijster interessant is, blijkt de ‘Tarantell’ heel aardig te zijn.
De cellosonate die drie jaar later ontstond, werd pas onlangs teruggevonden door Raphael Wallfisch. In grote delen heeft het werk een nogal geagiteerd karakter met veel contrasten. Zelfs het andante bezit turbulente uitbarstingen. In dat jaar ontmoette de componist Brahms die best wat kritiek op zijn werk had. Die werd ter harte genomen en aan de ene kant bewijst hij Brahms eer in het Klarinettrio, aan de andere kant laat hij duidelijker zijn eigen stem horen.
De ster van deze opname is ongetwijfeld Ernst Ottensamer die een prachtige voorstelling van zaken geeft vol harmonische subtiliteiten en mooie expressieve details. Ook Othmar Müller maakt met zijn gevoelige inbreng een goede indruk, maar pianist Christopher Hinterhuber toont zich niet erg inspirerend als pianobegeleider.
Het Klarinettrio komt op dat punt beter tot zijn recht in de vertolking van Paul Meyer, Zvi Plesser en Eric le Sage op de cd Vienne 1900 (Alpha ALPHA 588).