Zemlinsky: Orkestliederen. ‘Waldgespräch’, ‘Liederen voor bariton en orkest’ nr. 1 en 2; ‘Gesänge nach Maeterlinck’ op. 13 nr. 106; ‘Symphonische Gesänge’ op. 20 nr. 1-7. Soile Isokoski (s), Violeta Urmana (ms), Andreas Schmidt (b), Michael Volle (b), Torsten Janiche (v), Urara Seo (va), Mile Kosi (va), Silvia Borg (vc) met het Gürzenich orkest Keulen o.l.v. James Conlon. EMI 557.024-2, Warner 2435570245 (72’48”). 1999
Deze cd laat vooral horen dat James Conlon en zijn team zangers absoluut geloven in de vocale muziek van de lang miskende Oostenrijkse fin de siècle componist Alexander von Zemllnksky (1871 - 1942).
De opgenomen werken bestrijken de hele creatieve periode die de componist doormaakte en begint met ‘Waldgespräch’ uit 1896 en ‘Maiblumen blühen überall’, verrukkelijk gezongen door Soile Isokoski. Daaruit blijkt iets van de invloed van Wagners Walküre. Andreas Schmidt zingt daarna de beide liederen voor bariton en orkest uit 1901. Vervolgens is het de beurt aan Violeta Urmana met de 6 Maeterlinckliederen uit de periode 1910 tot 1913. Ze zingt deze niet helemaal zo expressief als Eva Marton (Hungaroton HCD 3193-2), maar wel heel zuiver en met een duidelijke dictie. Vooral ‘Als ihr Geliebter schied’ is heel geslaagd.
Michael Volle treedt tot besluit heel verbeeldingsvol zingend aan met de zeven Symphonische Gesänge uit 1929. De componist koos hiervoor teksten ‘Afrika singt’ met teksten van Langston Hughes en andere Afrikaans-Amerikaanse auteurs over katoenplukkende slaven. Begrijpelijk dat de componist daarvoor lichte jazzklanken gebruikt.
James Conlon en het Keulse orkest tonen zich ideale partners voor de vocalisten in een perfect samenwerkingsverband.
Kort tevoren maakte Conlon een even fijne opname met de Psalmen nr. 13, 23 en 83, Frühlingsglaube, Geheimnis, Minnelied, Hochzeitsgesang, Aurikelchen en Frühlingsbegräbnis waaraan sopraan Deborah Voigt en bariton Donnie Ray Albert meewerkten (EMI 556.783-2).