CD Recensies

ZEMLINSKY: SEEJUNGFRAU, DIE, PETRENKO

Zemlinsky: Die Seejungfrau; Schreker: Suite Der Geburtstag der Infantin. Liverpool filharmonisch orkest o.l.v. Vasily Petrenko. Onyx ONYX 4197b (78’31”). 2020
 
Een  aantal keren is getracht om de muziek van Alexander Zemlinsky (1871 - 1942) de aandacht te schenken die deze verdient. Als Schönbergs leraar kreeg hij jarenlang alleen wat bijzinnen in diens biografie en werd hij als componist genoemd als vertegenwoordiger van de laatromantiek. Pas in de jaren tachtig werd dat omgezet in opvoeringen van zijn beide opera’s, de eenakters ‘Der Zwerg’ en ‘Eine Florentinische Tragödie’. Ook zijn ‘Lyrische Symphonie’ en de op een sprookje van Andersen gebaseerde driedelige fantasie ‘Die Seejungfrau’ kregen aandacht.
Dit werk klonk voor het eerst in 1905 en blijkt nog heel laatromantisch van aard, niet ver verwijderd van de wereld van de symfonische gedichten van Richard Strauss. Er bestaan al mooie opnamen van die Riccardo Chailly (Decca 417.450-2) en Marc Albrecht (Pentatone PTC 5186-740) maakten, maar ook Petrenko voert het werk zo kernachtig uit dat hij verdient dat deze opname vaker wordt beluisterd.
De koppeling is aardig gevonden. Franz Schreker (1878 - 1934) maakte met Der Geburtstag der Infantin in 1908 een danspantomime die was gebaseerd op Oscar Wilde’s gelijknamige novelle. In 1928 werd daaruit een suite samengesteld. De tragische geschiedenis is al verteld in een eerdere bespreking van het werk. Het spel van het Liverpool filharmonisch orkest is heel verzorgd en bevat mooie dynamische- en rubatonuances. Alles klinkt even natuurlijk en vloeiend en het karakter van beide werken wordt raak getroffen. De ‘rondedans’ waarmee het werk van Schreker begint, heeft de sfeer van een uitnodigend operavoorspel. Verderop krijgen we een heel mooie cellosolo te horen.
Petrenko’s vertolking bezorgde me evenveel genoegen als die van Zagrosek (Decca 444.182-2) en Albrecht.