CD Recensies

ZIMMERMANN: REQUIEM FÜR EINEN JUNGEN DICHTER

 

Zimmermann: Requiem für einen jungen Dichter. Vlatka Orsanic, James Johnson, Michael Rotschopf, Bernhard Schir, Christoph Grund (orgel), Alexander von Schleppenbach jazz band, Keuls en Stuttgarts omroepkoor, Edinburgh fetival koor, Slowaaks omroepkoor Bratislava, Stadskoor Bratislava en SWR omroeporkest Stuttgart o.l.v. Michael Gielen. Sony SK 61995 (64’). 1995

 

Zimmermann: Requiem für einen jungen Dichter. Claudia Barainsky, David Pittman-Jennings, Michael Rotschopf, Lutz Lansemann, Jan Hage (orgel), Tsjechisch filharmonisch koor, Slowaaks filharmonisch koor, Erik Vloeimans kwartet en Holland Symfonia o.l.v. Bernhard Kontarsky. Cybèle 860.501 (63’10”). 2005

 

Zimmermanns Requiem für einen jungen Dichter uit 1969 (dus kort voor zijn dood ontstaan) is een nederige polyfonie over de grote twintigste eeuwse misdaden: fixerend, provocerend, meedogenloos en meteen ook een bijdrage voor ons beter begrip van de quasi ‘serieuze’ muziek uit de jaren zestig vorige eeuw omdat de Beatles worden opgevoerd als toonbeeld van de toenmalige popcultuur.

In feite komen beide werelden samen wanneer de componist de song ‘Hey Jude’ citeert (een verschrikkelijke woordspeling vanwege het feit dat de teksten uit het Requiem in het Duits zijn naast Hitlers tekst in het bijzonder).

Het werk begint met een holle dreun als een soort een soort post-Holocaust Zarathustra en omlijst drie stemmen van mensen die net als Zimmermann zelfmoord pleegden: de dichters Vladimir Mayakovsky, Konrad Bayer en (via Mayakovsky) Sergei Essenin.

Door het hele werk heen is het gesproken woord van essentieel belang; feitelijk zorgde Bayer voor het beklemmende motto van het werk: “Waarop kunnen we nog hopen? Alleen de dood wacht nog op ons”.

Het begingedeelte bestaat uit een ‘Proloog’, twee ‘Requiems’ (elk beginnend met een schreeuw van het koor) en een ‘Ricercare’. Op de band opgenomen stemmen herinneren aan naoorlogse culturele, godsdienstige en politieke figuren. Wittgenstein bijvoorbeeld die tot dezelfde Weense kring behoorde als Bayer. Gedeelten uit zijn ‘Politieke Onderzoekingen’ worden geciteerd; ze staan in het bijzonder in verband met taalspelletjes.

Dan volgen de stemmen van Paus Johannes Paulus XXIII, Hitler, Chamberlain, de voormalige Griekse premier Andras Papandreou, teksten van Pound, Schwitters, Camus en anderen, muzikale fragmenten van Wagner, Milhaud en Messiaen: een overdonderende vloed stream of conciousnes vol gedachten van dichters en andere kunstenaars.

De meeste teksten worden in het Duits gezegd, maar het tekstboek geeft vertalingen.

De korte latere gedeelten van het Requiem zijn meer op de stemmen der solisten en de instrumentale kant gericht dan op een tevoren vastgelegde reportage/collage. De jazz is sterk vertegenwoordigd.

Maar de diep pessimistische wanhoop keert terug in het ‘Dona nobis pacem’ met Beethoven (uiteraard de Negende symfonie), von Ribbentrop, Stalin, Goebbels, Churchill en Bayer zelf. De climaxen uit het werk hebben iets van een massademonstratie en het werk eindigt met de krachtig gepuncteerde koorkreet ‘Do…na…nobis….pacem’.

Het werk is gewijd aan ‘alle catastrofes die de mens heeft veroorzaakt’. De Hegeliaanse woorden klinken oprecht, maar de indruk die dit Requiem wekt en nalaat heeft een veel bredere impact, versterkt door de muziek met al zijn spanningen, tegenstellingen (tot aan echostemmen toe) en montageachtige akkoorden.

Zowel Michael Gielen als Alexander Kontarsky zijn in deze materie door de wol geverfde leiders van omvangrijke, zelfs deels identieke ensembles. Muzikaal gezien zijn de onderlinge verschillen niet zo groot, opnametechnisch heeft de Cybèle SACD opname een streepje voor.