Zelenka: Orkestwerken. Capriccio’s nr. 1 in D, 2 in G, 3 in F, 4 in A, 5 in G; Concerto a 8 concertanti in G; Sinfonia a 8 concertanti in a; Hipocodrie a 7 concertanti in A; Ouverture a 7 concertanti in F. Camerata Bern o.l.v. Alexander van Wijnkoop. Archiv 423.703-2 (3 cd’s, 2u. 43’34”). 1977

Als tijdgenoot van Bach en Händel behoorde Jan Dismas Zelenka tot de origineelste componisten uit zijn tijd, maar hij blijft ook wat raadselachtig omdat veel van zijn werk is verloren gegaan en omdat we geen portret van hem hebben(vandaar dat de omslag van dit album wordt gesierd met het bekende ‘bloemengezicht’ van Archimbaldo).

Wat gelukkig van hem rest, is een belangrijk deel van zijn orkestwerken dat hier gunstig is bijeengebracht. Het grootste deel bestaat uit de vijf meerdelige Capriccio’s en de merkwaardig genoemde Hipocondrie.

Het gaat om duidelijk concertante werken, waarin vooral de hoorns (Barry Tuckwell en Robert Routch) veel te doen hebben.

Zelenka’s melodische invallen, zijn ritmische verbeelding en zijn instinctieve gevoel voor effectief gebruik van de instrumenten zijn voldoende om de aandacht geboeid te houden. Het gebruik van eigentijdse instrumenten draagt het nodige bij aan de frisse, pittige klanken. Een hoogst plezierig geheel.

Het ‘oude instrumenten’ alternatief levert het Neu-Eröffnete O van Sonnentheil (CPO 999.897-2).