Yun: Celloconcert; Interludium A; Glissées; Fanfare & Memorial; Vioolconcert nr. 1; Kontraste; Gasa. Matt Haimovitz (vc) en Yumi Hwang-Williams (v), Bruckner orkest Linz o.l.v. Dennis Russell Davies en Maki Namekawa (p).Pentatone PTC 5186-693 (2 cd’s, 2u., 27’57”). 2017
De in 1917 geboren Koreaanse componist Isang Yun had een turbulent leven, maar maakte een mooie carrière in Duitsland waar hij in 1957 terecht kwam na studie in Japan en Parijs. Maar die werd onderbroken toen hij in 1967 door de Koreaaanse geheime dienst werd ontvoerd op verdenking van spionage. Hij werd gemarteld en met de doodstraf bedreigd, maar na een breed door meer dan tweehonderd componisten en uitvoerende musici ondertekende petitie werd hij in 1969 vrijgelaten en keerde hij eind 1971 terug in Berlijn. Na 1979 bracht hij nog enige tijd als docent door in Noord-Korea. Hij overleed in 1995.
Geen wonder dat hij als componist een interessante persoonlijkheid is omdat hij zich steeds tussen muzikale overleveringen uit het Verre Oosten en Europese vorm- en expressieconcepten beweegt. Behalve Gasa voor viool en piano 1963 gaat het in dit verhelderende panorama van zijn werken chronologisch gezien om Glissées voor solocello uit 1970, het Celloconcert uit 1976, Fanfare & Memorial voor orkest met fluit- en harpsoli uit 1979, het Vioolconcert nr. 1 uit 1981, Interludium A voor piano uit 1982 en Kontraste, 2 stukken voor soloviool uit 1987.
De persoonlijke voorkeur gaat uit naar het Celloconcert, waaraan Yun in 1975, zes naar na zijn ontslag uit gevangenschap, begon, omdat het werk nog brandt van boosheid en bevriest van pijn, eigenschappen die door Matt Haimovitz goed gedoseerd naar voren worden gebracht. Aan de heel mooie opnamekwaliteit is het te danken dat ook het complexe orkestweefsel goed wordt opengelegd.
Er zijn eerdere opnamen van het Celloconcert, de ene samen met Réak en Harmonia door Jens-Peter Maintz met het Duits symfonie orkest, Berlijn onder de componist zelf uit 2003 (Capriccio 67-062), de andere met de Sonate voor hobo, harp en altviool door Siegfried Palm en Hans Zender (Camerata CM 22). Er is echter het meest te zeggen voor deze nieuwe die niet enige, maar alle aspecten van het werk laat horen. Dat Haimovitz hierna ook uitblinkt in de vier delen van Glissées is nauwelijks verwonderlijk.
Van de overige composities verschenen alleen Gasa door Paul Zukovsky en Gilbert Kalish, Glissées door Christine Meissner en Interludium A door Klara Min in wat onhandige verzamelprogramma’s, terwijl ik geen bestaande cd’s met Fanfare & Memorial en Kontraste kon ontdekken.
Ook de overige betrokken musici, de Amerikaanse violiste Yumi Hwang-Williams als specialiste in eigentijdse muziek, die het Vioolconcert eerst met Russell Davies met het Bazel symfonie orkest uitvoerde en het daarna in Linz herhaalde en met hem opnam en pianiste Maki Namekawa die ook aangenaam verraste met de Etudes van Glass, weten heel goed de essentie van Yuns werk te treffen. Alle waardering tot slot ook voor de begeleidingen door Russell Davies.