Ysaÿe: Solovioolsonates op. 27 nr. 1-6. James Ehnes. Onyx ONYX 4198 (75’45”). 2020
Wie naar een bewijs zoekt hoe invloedrijk Eugène Ysaÿe (1858 - 1931) in zijn tijd was, hoeft slechts te kijken naar het lijstje met de namen voor wie hij zijn zes Solosonates schreef. Dat lijstje bevat de namen van Joseph Szigeti, Jacques Thibaud, Georges Enescu, Fritz Kreisler, Mathieu Crickboom en Manuel Quiroga.
Het was Szigeti die in 1923 een uitvoering gaf van Bachs Solosonates die hem hiertoe inspireerde. Binnen een dag had hij zijn werken gereed.
Elk daarvan was geschreven voor een specifieke vertolker, waarin diens bijzondere vaardigheden naar voren worden gehaald. In het geval van Thibaud wordt de spot gedreven met diens eigenaardigheden. Waarom in de Sonate nr. 2 voor Enescu het ‘Dies irae’ wordt geciteerd, is onduidelijk; waarschijnlijk gaat het om een persoonlijke grap.
Samen vormt het zestal een freewheeling rit naar de grenzen van de viooltechniek waarin vaak herinneringen worden gewekt aan Bach. Van deze Sonates bestaan intussen wel 45 opnamen met tot nu toe die van Alina Ibragimova (Hyperion CDA 67993), Thomas Zehetmair (ECM 472.687-2) en Rachel Kolly d’Alba (Warner 2564.68385-2) als de mooiste.
Maar geheel overeenkomstig de verwachting toont zich nu ook James Ehnes een ideale pleitbezorger voor deze werken. Niets klinkt hier louter als een showstuk en zijn interpretaties stromen haast over van lyriek en esprit. Hoogtepunten zijn de overpeinzende Sonate nr. 3, het geleidelijke begin van nr. 2 en de hoorbare Spaanse invloed van nr. 6.
De opname werd tijdens de Coronacrisis bij hem thuis gemaakt op momenten dat het verder stil was, dus meestal ’s avonds laat op ’s morgens heel vroeg. Voor de zekerheid werd eerst de steker van de zoemende koelkast los gemaakt.