CD Recensies

YSAŸE: VIOOLSOLOSONATES NR. 1-6, MURRAY

 

Ysaÿe: Vioolsolosonates nr. 1-6. Tai Murray. Harmonia Mundi HMU 90.7569 (68’38”). 2011

 

Het cd debuut van de (in 2012) dertigjarige Amerikaanse violiste Tai Murray is heel verstandig niet gewijd aan al te voor de hand liggend repertoire, maar aan materiaal waarmee ze zich echt kan onderscheiden. Dat is ook precies wat ze op ondubbelzinnige wijze doet.

Door in 1924 zijn zes Solosonates te modelleren naar de stijl van heel verschillende violisten als Szigeti, Thibaud, Enescu, Kreisler, Crickborn (lid van zijn eigen kwartet) en Quiroga gaf hij naar we achteraf mogen aannemen een duidelijk muzikaal in plaats van een getekend of geschilderd portret van de betreffenden.

Denk hierbij aan de pseudo barokstijl met rijke akkoordstructuren in nr. 1 omdat Szigeti een fameus Bachvertolker was en hier in g-klein echo’s uit diens eerste solosonate doorklinken. Nr. 2, opgedragen aan Thibaud bevat iets van de koortsachtig obsessieve aard van de Prelude uit de Partita in E van Bach en wordt hier gelukkig met lichte, geleidelijk intenser toets gespeeld op Murray’s fraai klinkende Giovanni Tononi instrument. De sinistere toespeling op het ‘Dies irae’ maakt er wat bijzonders van. 

Er zijn parallellen tussen nr. 2 en de nogal milde nr. 4, net zoals die tussen Thibaud en Kreisler bestonden. De gekruide Zesde sonate voor Manuel Quiroga bevat uiteraard flirtzieke Latijnse trekken en suggereert aan het begin iets van Ravels Tzigane om vervolgens in habanera stijl door te gaan. 

Sinds 2002 was de opname van de nadenkende virtuoos Thomas Zehetmair (ECM 472.687-2) maatgevend in deze materie. Maar Murray overtuigt geen grein minder, al zijn er subtiele verschillen. De speelt heel virtuoos en levendig, toont verbeelding, ontwikkelt weelderige kleuren, plaatst mooie accenten en verleent werk een eigen karakter. Een warmer pleidooi voor deze ondergewaardeerde componist dan deze beiden geven, is haast ondenkbaar.